Advocaat-generaal kan zelf onderzoek doen in zaak Baybasin
De Hoge Raad vraagt de advocaat-generaal zich erover uit te laten of hij het herzieningsverzoek in de zaak Baybasin al dan niet gegrond acht.
In zijn conclusie van 4 september 2012 nam advocaat-generaal Aben geen standpunt in met betrekking tot de gegrondheid van het herzieningsverzoek. Wel vroeg hij de Hoge Raad hem opdracht te geven nader onderzoek te laten doen naar met name de mogelijkheid van onregelmatigheden in de telefoontaps waarop het bewijs tegen Baybasin mede is gebaseerd, en het opsporingsonderzoek dat indertijd tegen Baybasin is verricht. De Hoge Raad oordeelt dat de advocaat-generaal dit onderzoek zelf kan instellen voor zover hij dat noodzakelijk acht. De wet herziening ten voordele die per 1 oktober 2012 in werking is getreden, geeft hem hiervoor de bevoegdheid.
H. Baybasin werd op 30 juli 2002 door het hof te Den Bosch veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor onder meer moord.
In afwachting van een aanvullende conclusie in deze zaak, houdt de Hoge Raad de beslissing aan.