Advies AG aan Hoge Raad: zaak schietincident in hotel Zeist moet deels opnieuw worden behandeld
De zaak tegen een man die wordt verdacht van betrokkenheid bij een schietincident in Zeist moet deels opnieuw worden behandeld. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Vegter de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
De zaak
Op 2 juni 2015 vond in een hotel in Zeist een schietincident plaats tussen enerzijds een groep personen afkomstig uit Colombia en anderzijds de verdachte en een medeverdachte. Het motief voor de schietpartij zou zijn gelegen in een conflict bij de handel in verdovende middelen. Bij de schietpartij kwam een van de personen uit de groep afkomstig uit Colombia om het leven. De verdachte werd veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf wegens onder meer doodslag en poging tot doodslag op twee andere Colombianen. Het hof verwierp een beroep op noodweer(exces) van de verdachte. Tegen deze uitspraak stelde hij beroep in cassatie in.
Cassatieklachten
De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de veroordeling door het hof te vernietigen. De ingediende cassatieklachten richten zich grotendeels tegen de verwerping van het beroep op noodweerexces.
Standpunt AG
In de visie van de AG slaagt deze cassatieklacht bij de bewezenverklaarde doodslag. Het hof heeft bij het verwerpen van het beroep op noodweerexces overwogen dat niet aannemelijk is geworden dat verdachte heeft geschoten als gevolg van een hevige gemoedsbeweging die is veroorzaakt door de dreigende ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van zijn lijf (en dat van zijn medeverdachte). Maar in de bewijsmiddelen heeft het hof onder meer vastgesteld dat verdachte bang en in paniek was en met een arm voor zijn ogen heeft geschoten. Dat is volgens de AG tegenstrijdig en leidt tot het slagen van de cassatieklacht. Ook vindt de AG dat het hof niet goed heeft opgeschreven waarom het vindt dat ‘gericht schieten’ uitsluit dat verdachte angstig en in paniek was. De AG adviseert de Hoge Raad de uitspraak van het hof dan ook op het punt van de verwijtbaarheid van de bewezenverklaarde doodslag en de strafoplegging te vernietigen zodat het hof daar opnieuw naar kan kijken.
Een andere klacht die in cassatie is aangevoerd gaat over het ten onrechte verwerpen van het beroep op noodweerexces bij de poging tot doodslag op twee personen uit de groep Colombianen. Deze klacht slaagt volgens de advocaat-generaal niet. De veroordeling kan op dit punt wat hem betreft dan ook in stand blijven.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 16 juni a.s.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.