Henk ten Cate nieuwe directeur bedrijfsvoering a.i. Hoge Raad
Henk ten Cate (1953) is de nieuwe directeur bedrijfsvoering a.i. bij de Hoge Raad en is inmiddels in die functie begonnen. Hij vult daarmee tijdelijk de bestaande vacature op die is ontstaan doordat Ädwin Rotscheid de overstap maakte naar het ministerie van Justitie en Veiligheid als directeur Rechtsbestel.
De directeur bedrijfsvoering van de Hoge Raad heeft de leiding over de administratieve en wetenschappelijke ondersteuning van de leden van de Hoge Raad en het parket bij de Hoge Raad. Onder zijn verantwoordelijkheid vallen ook de financiën, de automatisering en interne (facilitaire) zaken zoals personeelszaken en de bibliotheek. Hij is tevens lid van het algemeen en het dagelijks bestuur van de Hoge Raad.
Henk ten Cate studeerde Econometrie aan de Rijksuniversiteit Groningen en behaalde zijn MBA in Pittsburgh, USA. Hij is tevens Register Accountant. Hij heeft veel werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven in verschillende functies en landen. Zo werkte hij onder meer bij Unilever en Suiker Unie/Cosun. In 2001 werd hij CFO van Arcadis, een groot en internationaal ingenieursbureau en in 2006 vicepresident & CFO van Royal GEA Grasso, een van de grootste industriële koelingsbedrijven in de wereld. Hierna heeft hij een aantal grote (bestuurlijk/organisatorische) projecten binnen de Erasmus Universiteit gedaan. In 2016 werd hij door de minister voor een 4-jaarstermijn aangesteld als lid van de Raad van Bestuur van de tot één Kamer gefuseerde Kamers van Koophandel. Henk ten Cate is medeoprichter van en nog steeds verbonden aan het postdoctorale programma voor Commissarissen en Toezichthouders van de Erasmus Universiteit.
Henk ten Cate zegt zelf: “Het lijkt mij prachtig om gedurende een zekere tijd deze functie binnen de Hoge Raad te vervullen. Mijns inziens een uniek instituut binnen ons staatsbestel dat bijdraagt aan richting, zekerheid en stabiliteit in onze samenleving. Dit is dan ook een belangrijke motivatie voor mij om deze functie ad interim uit te gaan oefenen en daarbij toe te treden tot het dagelijks - en het algemeen bestuur van de Hoge Raad.”