Veroordelingen in de zaken rond de A7-blokkade blijven in stand

15 december 2020

De veroordelingen van zes verdachten wegens hun betrokkenheid bij de blokkade van de A7 op 18 november 2017 blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

Een paar dagen voor de landelijke intocht van Sinterklaas op 18 november 2017 in Dokkum was via Facebook een oproep geplaatst om de demonstratie van de actiegroep Kick Out Zwarte Piet bij de intocht te verhinderen. Een van de verdachten was bij die oproep betrokken. Andere verdachten hebben aan die oproep gehoor gegeven en de A7 geblokkeerd. Mede door de blokkade zijn de anti-Zwarte Piet-demonstranten niet in Dokkum aangekomen en hebben zij niet kunnen demonstreren.
Het gerechtshof was van oordeel dat in de zaken tegen alle vijftien verdachten in hoger beroep alle tenlastegelegde feiten (versperren A7, verhinderen betoging, dwang en in de zaak tegen de initiatiefneemster ook opruiing) konden worden bewezen. Het hof legde dezelfde straf op voor alle verdachten: 90 uur taakstraf. Zes verdachten stelden tegen deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(middelen)

De advocaten van de verdachten vragen de Hoge Raad de veroordelingen te vernietigen. In de zaak tegen de initiatiefneemster klaagt de advocaat onder meer over het bewijs voor de door het hof bewezenverklaarde opruiing, over de bewezenverklaring dat van de acties ‘gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten was’ en over de bewezenverklaarde ‘bedreiging met geweld’.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat deze cassatieklachten niet slagen. Het gerechtshof heeft bij de beoordeling of sprake is van opruiing het op Facebook geplaatste bericht tot uitgangspunt genomen. Het hof heeft vervolgens vastgesteld dat in dat bericht anderen rechtstreeks worden aangespoord om zich op een aantal specifieke locaties en op een concreet tijdstip te verzamelen met de bedoeling massaal de snelwegen op te rijden om te voorkomen dat de bussen met demonstranten in Dokkum zouden aankomen. De Hoge Raad vindt dat het hof in dit geval heeft kunnen oordelen dat de oproep op Facebook opruiend was omdat onmiskenbaar werd opgeroepen tot het verhinderen van een betoging. Het oordeel van het hof is ook voldoende gemotiveerd.

Het hof heeft bij de beoordeling of sprake was van gevaar voor het verkeer vastgesteld dat bij de acties op de A7 beide rijstroken en de vluchtstrook werden geblokkeerd en dat de medeverdachten op de weg hebben gestaan en gelopen. Daardoor is het verkeer volledig tot stilstand gekomen en is een file ontstaan. De Hoge Raad vindt dat het hof heeft kunnen oordelen dat daardoor naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest dat gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten was en dat daaronder ook gevaar voor schade aan voertuigen valt.

Bij de beoordeling of sprake is geweest van bedreiging met geweld heeft het hof vastgesteld dat de medeverdachten met ongeveer 15 voertuigen de bussen met de demonstranten tot stilstand hebben gedwongen, dat met gebalde vuisten richting de bussen is gezwaaid en dat tegen een of meer bussen is geslagen. De Hoge Raad vindt dat het hof heeft kunnen oordelen dat daardoor bij de demonstranten de vrees voor gebruik van geweld kon ontstaan en dat dus sprake was van bedreiging met geweld.

Ook de overige cassatieklachten in deze zaak en in de zaken tegen de andere verdachten slagen niet.

Met de uitspraak van de Hoge Raad zijn de veroordelingen definitief.

Uitspraken op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2020:2020
ECLI:NL:HR:2020:2031
ECLI:NL:HR:2020:2032
ECLI:NL:HR:2020:2035
ECLI:NL:HR:2020:2033
ECLI:NL:HR:2020:2023