Ontnemingsmaatregel van ruim 1,4 miljoen euro in zaak Saban B. definitief
De door het gerechtshof opgelegde ontnemingsmaatregel van € 1.452.000,= in de ontnemingszaak tegen Saban B. blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De zaak
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden had B. de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.452.000,=. Dit bedrag betreft volgens het hof de opbrengst van de door B. gepleegde en bewezenverklaarde mensenhandel. B. werd voor dit strafbare feit veroordeeld tot 7 jaar en 9 maanden gevangenisstraf en een geldboete van € 150.000.
B. was het niet eens met de uitspraak in de ontnemingszaak en stelde beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.
In cassatie wordt onder meer geklaagd dat het hof de verdiensten aan de prostitutiewerkzaamheden van zijn huidige echtgenote niet volledig had mogen meetellen.
De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de verdachte verworpen. De Hoge Raad heeft de cassatieklachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat het cassatieberoep ongegrond is en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproept.
Met het oordeel van de Hoge Raad is de opgelegde ontnemingsmaatregel definitief.