Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling voor poging liquidatie in De Meern in stand laten

30 juni 2020

De veroordeling van een verdachte wegens een poging tot liquidatie van een man op 27 juni 2014 in de Utrechtse wijk De Meern, kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Harteveld de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De zaak

Op 27 juni 2014 werd op klaarlichte dag midden in een woonwijk in De Meern door twee mannen geprobeerd een andere man te liquideren door hem in zijn auto klem te rijden en meerdere keren met een machinepistool op hem te schieten. Het slachtoffer werd daarbij vier keer geraakt. Doordat het slachtoffer de schutter vervolgens heeft aangereden, heeft hij kunnen ontkomen. Het slachtoffer heeft zijn verwondingen na medisch ingrijpen overleefd; hij werd overigens in 2016 alsnog geliquideerd. Bij de verdachte werd ernstig beenletsel vastgesteld dat verklaard kon worden door een aanrijding zoals die heeft plaatsgevonden met de schutter. Daarnaast was er onder meer een DNA-spoor van de verdachte aangetroffen op een sleutelbos waaraan de sleutel zat van de auto waarmee de aanslag was gepleegd. De verdachte werd wegens zijn betrokkenheid bij de poging tot liquidatie aangehouden en vervolgd. Hij zou de kogels hebben afgevuurd. De advocaat van de verdachte heeft op de zitting bij de rechtbank en het gerechtshof aangevoerd dat het letsel bij de verdachte zou zijn ontstaan doordat verdachte tijdens het hardlopen in Frankrijk was aangereden en de verdachte daarom niet de schutter is. Dit verweer is door de rechtbank en hof verworpen. De rechtbank legde elf jaar gevangenisstraf op; het gerechtshof in hoger beroep twaalf jaar en zes maanden. De verdachte stelde beroep in cassatie in.

Cassatie(klachten)

De advocaten van de verdachte vragen de Hoge Raad de veroordeling te vernietigen. Ze klagen onder meer dat het hof niet voldoende heeft gereageerd op het standpunt van de verdediging dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte op de plaats delict door het slachtoffer is aangereden.

Standpunt AG

De AG is van mening dat deze cassatieklacht niet slaagt. Het hof is afgeweken van het standpunt van de verdediging van de verdachte dat hij op de plaats delict niet door het slachtoffer is aangereden. Het hof kwam tot dit oordeel op basis van de verklaringen van het slachtoffer en een getuige die inhielden dat de schutter is aangereden en vervolgens niet meer zelfstandig in zijn auto kon komen. Ook volgde uit de inhoud van het forensisch geneeskundig rapport dat het bij de verdachte geconstateerde letsel verklaard kan worden door een aanrijding zoals die heeft plaatsgevonden met de schutter. De AG vindt dat het hof de verwerping van het standpunt van de verdediging voldoende en begrijpelijk heeft gemotiveerd. Ook de andere cassatieklacht slaagt niet. De AG adviseert de Hoge Raad dan ook de veroordeling in stand te laten.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 29 september 2020.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Conclusie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2020:658