Vrijspraak ouders overleden baby blijft in stand

30 juni 2020

De vrijspraak van de ouders wegens betrokkenheid bij de dood van hun acht maanden oude zoontje in Arnhem in 2010 blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

Op 29 augustus 2010 overleed het jongetje. Zijn ouders werden voor zijn dood verantwoordelijk gehouden en zijn als verdachten vervolgd wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, dood door schuld en het in hulpeloze toestand achterlaten van de baby.

Rechtbank en hof

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de vader aangewezen als verantwoordelijke voor het toegebrachte letsel en de dodelijke afloop daarbij, omdat hij vaak alleen thuis was met zijn zoon. De moeder zou de baby niet de juiste zorg en bescherming hebben gegeven. De rechtbank veroordeelde de vader wegens mishandeling met de dood tot gevolg tot een gevangenisstraf van 46 maanden en sprak de moeder vrij.

In hoger beroep zijn beide verdachten vrijgesproken bij gebrek aan bewijs. Er zijn geen getuigen van de feitelijke mishandelingen en de ouders hebben zelf de feiten ontkend en/of gezwegen. Daarom kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld wie van de twee verdachten de feiten heeft begaan. Volgens het hof houdt de redenering van het Openbaar Ministerie (OM) en de rechtbank geen stand dat de vader verantwoordelijk is voor de mishandeling. Het enkele gegeven dat de moeder vier dagen per week (acht uur per dag) aan het werk was, kan haar niet als dader uitsluiten. Het hof constateerde dat uit het dossier niet blijkt wie op welk moment, welk letsel aan de baby heeft toegebracht en verder ook niet of en zo ja in hoeverre de niet voor de mishandelingen verantwoordelijke ouder op de hoogte moet zijn geweest van de hulpeloze toestand van de baby. Het dossier bevat ook niet het bewijs dat de verdachten de feiten samen hebben begaan.

Cassatie(klachten)

Het OM is het niet eens met deze vrijspraken en stelde beroep in cassatie in. Het OM zet in de cassatieklachten vraagtekens bij de motivering van de vrijspraken van het hof en vindt ook dat het hof de wet niet goed heeft toegepast.

Advies advocaat-generaal

Volgens de advocaat-generaal (AG) in zijn advies d.d. 3 maart 2020 heeft het hof in dit geval de verdachten kunnen vrijspreken en zijn de vrijspraken ook voldoende gemotiveerd. De AG wijst erop dat in de cassatieprocedure de feiten niet opnieuw worden onderzocht en beoordeeld. De redenering van het hof over het gebrek aan bewijs laat geen juridische fouten zien en is ook niet onbegrijpelijk. Hij adviseert de Hoge Raad dan ook om de cassatieberoepen van het OM te verwerpen.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten van het OM niet slagen. Hij heeft die klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat deze ongegrond zijn en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen.

Met de uitspraak van de Hoge Raad zijn de vrijspraken definitief.

Uitspraken op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2020:1124
ECLI:NL:HR:2020:1125