Veroordeling wegens gewelddadige woningoverval in Wijhe blijft in stand
De veroordeling van een verdachte wegens betrokkenheid bij een gewelddadige woningoverval in Wijhe in 2014 waar twee hoogbejaarde broers slachtoffer van werden, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De zaak
Op 11 maart 2014 werden de broers in hun woning in Wijhe slachtoffer van een gewapende overval. Bij deze overval is extreem veel geweld toegepast. De broers zijn onder meer geslagen (met een pistool), gestompt, geschopt en zijn vastgebonden geweest met stukken snoer en tie-wraps. De beide hoogbejaarde broers zijn hierdoor zwaar gewond geraakt en hebben bloedende verwondingen opgelopen. Tegen de broers is bovendien gezegd dat ze zouden worden doodgeschoten als ze niet meewerkten. Gedurende de overval vroegen de daders om goud, sieraden, een bankpas en geld. De buit van deze overval bestond in ieder geval uit een bloedsuikermeter en een portemonnee met daarin een hoeveelheid geld.
De zaak is na een eerdere behandeling bij de Hoge Raad teruggewezen naar het gerechtshof. Na deze terugwijzing is de verdachte wederom veroordeeld wegens betrokkenheid bij de overval. Het gerechtshof legde een gevangenisstraf op van zes jaar en negen maanden. De verdachte stelde beroep in cassatie in.
Cassatie(klachten)
De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de veroordeling te vernietigen. Hij klaagt onder meer dat de vaststelling van het hof dat de inbeslaggenomen schoenen, waaronder die van verdachte, een directe link vormen met de overval en passen op het aangetroffen schoenspoor in de woning, niet begrijpelijk is gemotiveerd.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt dat deze cassatieklacht niet slaagt. Hij heeft de klacht zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat deze ongegrond is en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproept.
In verband met de duur van de procedure wordt de opgelegde gevangenisstraf zes jaar en vijf maanden. Verder constateert de Hoge Raad dat aan de opgelegde schadevergoedingsmaatregel het dwangmiddel gijzeling moet worden verbonden in plaats van vervangende hechtenis. De Hoge Raad past de door het hof genomen beslissing op dit punt aan.