Vervolging voormalig plv. hoofdofficier wegens zedenmisdrijven kan worden voortgezet

13 oktober 2020

De vervolging wegens zedenmisdrijven tegen de voormalig plaatsvervangend hoofdofficier van het functioneel parket van het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam kan voor de rechtbank Den Haag worden voortgezet. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

Op 19 april 2017 werd de voormalig plaatsvervangend hoofdofficier van justitie van het functioneel parket door de rijksrecherche aangehouden als verdachte van het plegen van zedenmisdrijven. Bij het politieonderzoek zijn ook tien andere verdachten aangehouden. Het onderzoek werd vanuit het arrondissementsparket Amsterdam geleid door Amsterdamse zaaksofficieren. De Hoge Raad wees op 22 januari 2019 in een zogenoemde procedure ‘Aanwijzen ander gerecht’ de rechtbank Den Haag aan als gerecht waarvoor de eventuele vervolging en berechting zullen plaatsvinden. Dat betekent ook dat het OM bij die rechtbank moet oordelen of vervolging en berechting zullen plaatsvinden. De procedure ‘Aanwijzen ander gerecht’ strekt ertoe te voorkomen dat een rechterlijk ambtenaar die wordt verdacht van een strafbaar feit, door zijn eigen gerecht wordt berecht.

Door de hoofdofficier van justitie van het OM Den Haag is vervolgens besloten dat de strafvervolging tegen de verdachte diende te worden voortgezet en dat de zaaksofficieren uit het arrondissementsparket Amsterdam als zodanig kunnen blijven functioneren, maar nu als plaatsvervangend officieren onder zijn gezag. Volgens de verdediging van de verdachte is die beslissing in strijd met de uitspraak van de Hoge Raad. Zij diende daarom een bezwaarschrift in tegen de op 29 augustus 2019 aan de verdachte uitgebrachte dagvaarding. De rechtbank Den Haag achtte dat bezwaarschrift gegrond en stelde de verdachte buiten vervolging. Tegen deze beschikking stelde het OM hoger beroep in. Het Hof verklaarde vervolgens het bezwaarschrift tegen de dagvaarding ongegrond. De advocaat van de verdachte stelde tegen deze beslissing beroep in cassatie in.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten van de advocaat van de verdachte niet slagen. Hij heeft die klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat deze ongegrond zijn en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen. De uitspraak van de Hoge Raad brengt met zich dat de vervolging van de voormalig plv. hoofdofficier wegens zedenmisdrijven voor de rechtbank Den Haag kan worden voortgezet.

Uitspraak op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2020:1553