Veroordeling wegens betrokkenheid bij fatale woningbrand Doetinchem blijft in stand

13 april 2021

De veroordeling van een vrouw wegens betrokkenheid bij een fatale woningbrand in Doetinchem in de nacht van 19 op 20 augustus 2017 blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

Op 19 augustus 2017 was er een uitslaande brand in een rijtjeswoning aan de Papaverstraat in Doetinchem. Door de brand kwam een vrouw om het leven. Het gerechtshof stelde vast dat het de verdachte is geweest die de brand heeft aangestoken door met een aansteker langs de zitbank in de woning te gaan. Zij heeft daarna de woning verlaten. Het slachtoffer bevond zich op het moment van de brandstichting boven in de woning en de verdachte wist dat. Het gerechtshof veroordeelde de verdachte wegens doodslag en het opzettelijk brand stichten en legde haar twaalf jaar gevangenisstraf op. De vrouw stelde beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vroeg de Hoge Raad de veroordeling te vernietigen. Er werd geklaagd dat het hof het verzoek tot het horen van een deskundige over het ontstaan van de brand door toedoen van een aansteker ten onrechte heeft afgewezen en die afwijzing onvoldoende heeft gemotiveerd.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten niet slagen. De Hoge Raad heeft de klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat het cassatieberoep ongegrond is en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproept.

Met de uitspraak van de Hoge Raad is de veroordeling definitief. In verband met de duur van de procedure wordt de opgelegde gevangenisstraf elf jaar en elf maanden.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2021:572