Veroordeling oplichter blijft in stand, met uitzondering van het besluit zijn foto te publiceren
De veroordeling door het gerechtshof Den Haag van een man tot een gevangenisstraf van zes jaar wegens grootschalige oplichting, verduistering, diefstal en valsheid in geschrift kan in stand blijven, met uitzondering van de beslissing om bij de openbaarmaking van de uitspraak op rechtspraak.nl ook een foto van het gezicht van de verdachte te publiceren. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De zaak
De verdachte heeft zich volgens het hof schuldig gemaakt aan grootschalige oplichting, verduistering van de auto van een slachtoffer, diefstal en valsheid in geschrift. Het hof benadrukte in zijn uitspraak dat de verdachte daarbij meedogenloos te werk is gegaan en een spoor van schade en verdriet heeft achtergelaten, terwijl hij eerder al herhaaldelijk voor soortgelijke feiten was veroordeeld. Het hof wijst op de uitzonderlijke en aangrijpende ernst van de feiten, de hardnekkige recidive en het volstrekt onverbeterlijke gedrag van de verdachte. Daarin ziet het hof aanleiding om de samenleving voor langere tijd te beschermen tegen het gedrag van de verdachte door hem niet alleen een gevangenisstraf van zes jaar op te leggen, maar daarnaast te bepalen dat de uitspraak openbaar wordt gemaakt op rechtspraak.nl met daarbij een recente foto van het gezicht van de verdachte.
Cassatie(klachten)
De advocaat van de verdachte vroeg de Hoge Raad de uitspraak van het hof over de verduistering van de auto en over de publicatie van een recente foto van de verdachte bij de openbaarmaking van de uitspraak te vernietigen.
Het advies van de advocaat-generaal
Advocaat-generaal Hofstee adviseerde de Hoge Raad in zijn conclusie van 4 oktober jl. om de veroordeling door het hof in stand te laten, met uitzondering van de beslissing tot publicatie van de uitspraak met foto van het gezicht van de verdachte.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft vandaag uitspraak gedaan. Volgens de wet mag de rechter de wijze bepalen waarop zijn uitspraak openbaar wordt gemaakt, bijvoorbeeld door de publicatie van een deel van de uitspraak of een samenvatting. Maar die wetsbepaling geeft de rechter niet de bevoegdheid om, met het oog op de openbaarmaking daarvan, ook andere gegevens van de verdachte in de uitspraak op te nemen dan de gegevens die volgens de wet in de uitspraak moeten worden vermeld (zoals de naam en geboortedatum van de verdachte). Een foto van de verdachte behoort niet tot de gegevens die volgens de wet in een uitspraak worden opgenomen. De beslissing van het hof om die foto te publiceren wordt daarom door de Hoge Raad vernietigd.
Dat betekent dat de uitspraak van het hof wel integraal kan worden gepubliceerd, maar zonder foto van de verdachte. De vervolgklacht van de advocaat dat de publicatie van die foto ook in strijd zou zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens kwam daardoor niet meer aan de orde.
De klacht over de veroordeling voor verduistering van een auto wordt door de Hoge Raad verworpen. Die veroordeling blijft dus in stand.