Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling wegens brandstichting met dodelijke afloop in Amersfoort kan in stand blijven
De veroordeling wegens brandstichting met dodelijk afloop op 14 januari 2017 in Amersfoort kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Harteveld de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag. Volgens de AG was de inzet van een opsporingsambtenaar in het strafrechtelijk onderzoek naar de brandstichting niet onrechtmatig.
De zaak
De zaak gaat over een brandstichting in een woning met dodelijke afloop. In het kader van het opsporingsonderzoek heeft een opsporingsambtenaar op de luchtplaats van het politiebureau zich tegenover de verdachte voorgedaan als een medegedetineerde, zonder zijn rol kenbaar te maken. Tijdens een van de gesprekken heeft de verdachte tegenover de politieambtenaar uit zichzelf belastende uitlatingen gedaan. In hoger beroep heeft de verdachte aangegeven dat de inzet van de opsporingsambtenaar onrechtmatig was en dat dit daarom moest leiden tot een niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie dan wel tot bewijsuitsluiting. Het hof heeft deze verweren verworpen en de verdachte veroordeeld wegens de brandstichting.
Het hof legde een straf op van zeven jaar en tbs met dwangverpleging. De verdachte stelde tegen deze veroordeling beroep in cassatie in bij de Hoge Raad
De cassatieklachten
De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de veroordeling te vernietigen. Hij klaagt er onder meer over dat de inzet van de opsporingsambtenaar onrechtmatig was en niet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit voldoet. Bovendien zou er inbreuk zijn gemaakt op de verklaringsvrijheid van verdachte.
Advies AG
Deze cassatieklachten slagen volgens de advocaat-generaal niet. De inzet van de opsporingsambtenaar vond in de visie van de AG terecht plaats omdat in geval van verdenking van een misdrijf de officier van justitie in het belang van het onderzoek kan bevelen dat een opsporingsambtenaar, zonder dat kenbaar is dat hij optreedt als opsporingsambtenaar, stelselmatig informatie inwint over de verdachte. Het optreden van de opsporingsambtenaar in de zaak in kwestie is hieronder te scharen. Wel heeft het hof een vormverzuim aangenomen, omdat de gesprekken met de opsporingsambtenaar niet waren opgenomen met audiovisuele hulpmiddelen. Volgens het hof kon met de constatering daarvan worden volstaan omdat het hof aan de hand van de processen-verbaal van de opsporingsambtenaar voldoende kon nagaan hoe de gesprekken zijn verlopen en in hoeverre er druk is uitgeoefend. Die uitkomst is volgens de AG niet onbegrijpelijk.
Wat de AG betreft kunnen de veroordeling en de opgelegde straf in stand blijven.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 25 mei 2021.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.