Veroordeling van voormalig minister van Volksgezondheid Sint Maarten blijft in stand

16 maart 2021

Zaak tegen echtgenoot moet opnieuw worden behandeld

De veroordeling van de voormalig minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeidszaken op Sint Maarten wegens belastingontduiking en valsheid in geschrift blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. Dat geldt niet voor de zaak tegen haar echtgenoot. Die zaak moet opnieuw door het Hof worden behandeld.

De zaak

De strafbare feiten waarvan het echtpaar wordt verdacht hangen samen met het opzetten van een financiële constructie waarbij de inkomsten uit de verhuur van een stuk grond aan Sint Maarten Building Supplies (SB) niet door de verdachten in privé werden verkregen, maar door het bedrijf Eco Green dat daartoe door de verdachten was opgericht. Van dat bedrijf was een door de verdachten voorgestelde stroman eigenaar/directeur. Eco Green nam de huurinkomsten niet op in de aangiften winstbelasting, waardoor te weinig winstbelasting werd afgedragen.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie legde aan beide verdachten een geldboete op van Naf 25.000,-- en een werkstraf van 240 uur wegens het feitelijk leidinggeven aan het onjuist en onvolledig doen van de aangifte winstbelasting door Eco Green. Van de overige strafbare feiten werden ze vrijgesproken.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachten vroeg de Hoge Raad de veroordelingen te vernietigen. Er werd in beide zaken geklaagd over de bewijsvoering door het Hof.

Oordeel Hoge Raad

In de zaak tegen de vrouw slagen de cassatieklachten niet. De Hoge Raad heeft de klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat het cassatieberoep ongegrond is en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproept. Met dit oordeel is de veroordeling van deze verdachte definitief. In verband met de duur van de procedure wordt de opgelegde taakstraf 228 uur. De opgelegde geldboete blijft ongewijzigd in stand.

In de zaak tegen haar echtgenoot slagen de cassatieklachten wel. Uit het door het Hof gebruikte bewijs kan volgens de Hoge Raad niet zonder meer worden afgeleid dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de strafbare feiten van Eco Green. Het Hof heeft niet vastgesteld hoe en in welke mate de verdachte betrokken was bij het doen van de aangiften winstbelasting door Eco Green. De enkele vaststelling van het Hof dat de verdachte met zijn vrouw de financiële constructie met Eco Green heeft laten opzetten en dat zij beiden vergaande bemoeienissen hadden met de gang van zaken binnen Eco Green is volgens de Hoge Raad niet voldoende voor de bewezenverklaring van het feitelijk leidinggeven aan het doen van onjuiste belastingaangiften. Zijn zaak zal daarom opnieuw moeten worden behandeld door het Hof.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2021:390
ECLI:NL:HR:2021:391