Hoge Raad: Airbnb mag bemiddelingskosten in rekening brengen aan huurders bij kortetermijnverhuur
De Hoge Raad heeft vandaag antwoord gegeven op prejudiciële vragen over de bemiddelingskosten die Airbnb in rekening brengt aan huurders bij kortetermijnverhuur.
De zaak
Een gebruiker van de website Airbnb heeft van Airbnb bemiddelingskosten teruggevraagd. De gebruiker heeft zich daarvoor onder meer beroepen op een wettelijke bepaling die bij tweezijdige bemiddeling verbiedt dat een bemiddelaar aan huurders van een onroerende zaak kosten in rekening brengt. De rechtbank Rotterdam heeft prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld. Die vragen luiden of Airbnb optreedt als bemiddelaar en of Airbnb bemiddelingskosten in rekening mag brengen aan huurders bij kortetermijnverhuur van vakantieaccommodaties.
Een prejudiciële vraag is een vraag van een rechtbank of gerechtshof aan de Hoge Raad over de uitleg van een rechtsregel. Daaraan kan behoefte bestaan als de Hoge Raad daarover niet eerder heeft beslist. Het moet gaan om vragen die zich voordoen in een concrete zaak die bij een rechtbank of hof in behandeling is en die van belang zijn voor de beslissing in een groot aantal andere zaken.
Oordeel over bemiddeling door Airbnb
De Hoge Raad heeft de vraag of Airbnb een bemiddelaar is omdat zij via haar website huurovereenkomsten tot stand brengt, bevestigend beantwoord. De volgende omstandigheden zijn daarvoor van belang. (1) Airbnb brengt via haar website overeenkomsten tot stand tussen gebruikers van haar website. (2) Airbnb ontvangt een vergoeding bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen gebruikers. (3) Gebruikers kunnen uitsluitend met elkaar in contact treden via de website van Airbnb. Deze omstandigheden brengen mee dat Airbnb via haar website bemiddelt bij de totstandkoming van huurovereenkomsten.
Oordeel over in rekening brengen bemiddelingskosten aan huurders bij kortetermijnverhuur
De Hoge Raad oordeelt dat Airbnb bij kortetermijnverhuur van vakantieaccommodaties bemiddelingskosten in rekening mag brengen aan huurders. De bepaling die verbiedt om kosten aan de huurder van een onroerende zaak in rekening te brengen, is niet van toepassing op kortetermijnverhuur van vakantieaccommodaties via Airbnb. De reden daarvoor is dat het verbod om bemiddelingskosten aan de huurder in rekening te brengen alleen in de wet is opgenomen om misstanden in de makelaardij op de woningmarkt tegen te gaan. Daarbij heeft de wetgever opgemerkt dat het verbod niet ruimer hoeft te zijn dan waarvoor het in het leven is geroepen. Kortetermijnverhuur van vakantieaccommodaties valt daar dus niet onder.
Hoe verder
De rechtbank zal de zaak nu voortzetten en in haar uitspraak rekening houden met de antwoorden van de Hoge Raad. Ook andere rechters die in vergelijkbare zaken moeten beslissen, zullen de antwoorden van de Hoge Raad daarbij betrekken. De antwoorden zijn ook van belang voor andere partijen die bemiddelen bij de kortetermijnverhuur van vakantiewoningen.
Uitspraak op rechtspraak.nl
ECLI:NL:HR:2021:1725