Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling vader wegens moord op zijn zoontje in stand laten
De veroordeling door het gerechtshof Den Haag van een man wegens moord op zijn zoontje van tien jaar oud kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Hofstee de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
De zaak
Op 1 maart 2017 trof de politie het lichaam aan van het tien jaar oude slachtoffer in zijn ouderlijk huis in Dordrecht. Uit sectie op zijn lichaam bleek dat hij in de nacht van 28 februari op 1 maart 2017 door verwurging om het leven was gekomen. In zijn bloed is het slaapmiddel oxazepam aangetroffen. Volgens de toxicoloog moet het bewustzijn van de jongen ten tijde van zijn overlijden hierdoor beïnvloed zijn geweest. In de hals van de jongen zijn uitsluitend DNA-sporen aangetroffen die matchen met het DNA-profiel van de jongen en dat van de verdachte.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de bewuste nacht als enige met het slachtoffer in de woning was en dat de verdachte niet alleen gebruik heeft gemaakt van zijn eigen telefoon, maar ook van de telefoon van zijn zoon om onder meer drugsdealers te bellen. Uit de historische verkeersgegevens van de telefoons blijkt dat de verdachte gedurende de gehele nacht wakker is geweest. De verklaring van de verdachte dat hij die nacht in slaap was gevallen en om 06:00 uur wakker was geworden en die nacht geen gebruik heeft gemaakt van de telefoon van zijn zoon, heeft het hof aangemerkt als kennelijk leugenachtig en bedoeld om de waarheid te verbloemen. Het hof heeft bovendien geoordeeld dat de verdachte niet in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling maar met voorbedachte raad heeft gehandeld. Dat heeft het hof gebaseerd op de internethistorie van de telefoon van de verdachte, waarmee hij enkele dagen daarvoor gezocht heeft naar de werking en dosering van oxazepam. Hij was dus op de hoogte van de slaapverwekkende werking van dat middel. Volgens de toxicoloog moet de verdachte vervolgens nog enige tijd hebben gewacht totdat dit middel werkzaam was. Pas daarna zijn de dodelijke geweldshandelingen gepleegd.
De verdachte is door het hof wegens moord veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar en tbs met dwangverpleging.
Cassatie(klachten)
De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het gerechtshof te vernietigen. De verdachte heeft ontkend dat hij zijn zoon om het leven heeft gebracht.
In cassatie wordt erover geklaagd dat het oordeel van het hof dat sprake is geweest van voorbedachte raad niet goed is gemotiveerd. Volgens de advocaat van de verdachte is daarvoor niet voldoende dat het hof geoordeeld heeft dat de verklaring van de verdachte dat hij in de bewuste nacht geslapen heeft niet juist kan zijn, vanwege de telefonische contacten die de verdachte toen heeft gehad.
Daarnaast is erover geklaagd dat het hof er bij het opleggen van de straf onvoldoende rekening mee heeft gehouden dat de behandeling van de zaak lang heeft geduurd, terwijl de verdachte zich in voorarrest bevond.
Het advies van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal is het niet met de advocaat van de verdachte eens. Volgens de advocaat-generaal heeft het hof namelijk andere omstandigheden dan de kennelijk leugenachtige verklaring van de verdachte bij zijn oordeel over de voorbedachte raad betrokken, zoals het aantreffen van oxazepam in het bloed van de jongen, het voor die tijd op internet zoeken naar de werking en dosering van oxazepam en de bevindingen van de toxicoloog. Het oordeel van het hof over de voorbedachte raad vindt de advocaat-generaal juridisch juist en niet onbegrijpelijk.
De cassatieklacht dat het hof bij de strafoplegging rekening had moeten houden met de duur van de procedure is wel gegrond. Dat moet volgens de advocaat-generaal tot een kleine strafvermindering leiden.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 23 november 2021.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.