Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling wegens medeplegen fatale woningoverval op 86-jarige vrouw in Helmond in stand laten

11 januari 2022

De veroordeling door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van een man wegens het medeplegen van een gewelddadige woningoverval waarbij een 86-jarige weduwe om het leven kwam kan in stand blijven. Dat is het advies dat advocaat-generaal (AG) Hofstee vandaag geeft aan de Hoge Raad.

De zaak

Op 29 augustus 2014 is in Helmond een gewelddadige woningoverval gepleegd waarbij een 86-jarige weduwe om het leven kwam. Zij werd, uren na de overval, zwaargewond en met haar handen vastgebonden aan een tafel, door haar zoon in de woning aangetroffen. Later die dag is zij aan haar verwondingen overleden.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met twee anderen naar het huis van de weduwe is gereden om daar een overval te plegen. De verdachte had gehoord dat de weduwe veel geld in huis had. Het plan was om in te breken of – als de vrouw thuis bleek te zijn – met een smoes binnen te komen en gekleed in een Oxxio-jas te doen alsof een van de mannen namens de energiemaatschappij de meterstanden kwam opnemen. De verdachte was degene die wist waar de woning in Helmond was. De verdachte en de twee medeverdachten zijn er met de auto naartoe gereden, de verdachte als bestuurder. Omdat de vrouw thuis was, heeft een van de medeverdachten aangebeld. Toen deze met de zaklamp in de meterkast keek, kreeg het slachtoffer argwaan en begon zij om hulp te roepen. Daarop heeft zij een harde klap in haar gezicht gekregen met een zware zaklamp, waardoor ze achterover hard op de grond viel. Een tweede medeverdachte hielp de eerste door de armen van de vrouw omhoog te houden, zodat zij met tie-wrap aan de tafel vastgebonden kon worden. Vervolgens hebben deze mannen haar huis doorzocht en een geldkistje weggenomen, waarna ze in de door de verdachte bestuurde auto weer zijn vertrokken.

De verdachte is in verband met het voorgaande door het hof veroordeeld wegens medeplegen van diefstal met geweld met de dood tot gevolg. Daarnaast heeft het hof in verband met een ander delict bewezenverklaard dat de verdachte een nachtelijke diefstal met braak heeft gepleegd. Het hof heeft aan de verdachte een gevangenisstraf van acht jaar opgelegd.

Belangrijkste cassatieklachten

De advocaat van de verdachte heeft de Hoge Raad gevraagd de uitspraak van het gerechtshof te vernietigen. In cassatie wordt gesteld dat de verdachte geen opzet had op het geweld dat door de andere mannen is toegepast op het slachtoffer en hij geen medepleger was. Daarnaast is aangevoerd dat de dood van het slachtoffer niet aan de verdachte kan worden toegerekend.

Het advies van de AG

De AG is het niet eens met de advocaat van de verdachte. Volgens de AG was onderdeel van het plan van de verdachte en de twee andere mannen om een groot geldbedrag weg te nemen en daarbij zo nodig geweld te gebruiken. Van tevoren hadden de verdachten met elkaar besproken dat de man die het huis als eerste zou binnengaan tiewrap zou meenemen en het slachtoffer daarmee zou vastbinden om eventueel ‘tijd te winnen’ en dat de tweede man het slachtoffer eventueel door elkaar kon schudden als zij niet meewerkte. Op basis daarvan heeft het hof volgens de AG kunnen oordelen dat de verdachte zich heeft gerealiseerd dat het toepassen van geweld voorzienbaar was. Het oordeel dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet had op de geweldshandelingen vindt de AG juridisch juist en niet onbegrijpelijk. Ook vindt de AG dat sprake is van medeplegen. Zo was de verdachte de initiatiefnemer, heeft hij de weg naar de woning gewezen, was hij betrokken bij de voorbesprekingen en heeft hij het weggenomen geldkistje opengemaakt.

Ook met het oordeel dat de dood van het slachtoffer redelijkerwijs aan (de gedraging van) de verdachte kan worden toegerekend is de AG het eens. Uit onderzoek blijkt dat de combinatie van de bij de overval toegebrachte letsels uiteindelijk hebben geleid tot haar overlijden. De verdachte heeft die letsels weliswaar niet zelf toegebracht, maar wel was hij vooraf op de hoogte van het daarbij mogelijk gepaard gaande geweld en hoorde hij naderhand in de auto terug naar huis dat de situatie inderdaad behoorlijk uit de hand was gelopen.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 22 februari a.s.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2022:12