Veroordelingen Haarlemse Hells Angels blijven in stand
De veroordelingen van zes mannen en de Stichting Hells Angels Haarlem wegens (onder meer) deelneming aan een criminele organisatie blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De zaak
De mannen waren lid van de Haarlemse afdeling van de Hells Angels (ook wel charter of chapter genoemd) en vormden volgens het gerechtshof samen met anderen en de Stichting een criminele organisatie. Het gerechtshof oordeelde dat ernstige strafbare feiten, waaronder afpersingen, mishandelingen en brandstichtingen, direct gerelateerd konden worden aan dit charter van de Hells Angels. De mannen namen zelf niet actief deel aan de gewelddadigheden, zoals die door andere – inmiddels onherroepelijk veroordeelde – leden werden gepleegd. Aan de strafwaardigheid van de deelneming aan een criminele organisatie deed dit echter niet af, zo vond het hof. Het gerechtshof oordeelde dat de deelneming aan een criminele organisatie door de Stichting onder meer is begaan door het beschikbaar stellen van het clubhuis, waarvan de Stichting eigenaar is.
Het gerechtshof legde aan vijf mannen een gevangenisstraf op van 20 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De zesde had ook twee wapens en bijbehorende munitie voorhanden en werd veroordeeld tot 25 maanden gevangenisstraf waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De Stichting werd veroordeeld tot verbeurdverklaring van het clubhuis. Wel bepaalde het gerechtshof dat de opbrengst van het pand voor zover deze een bedrag van € 80.000 te boven gaat aan de Stichting moet worden teruggegeven. De zes mannen en de Stichting stelden tegen deze veroordelingen beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.
Cassatie(klachten)
De advocaten van de verdachten vroegen de Hoge Raad de veroordelingen te vernietigen. Er zijn verschillende cassatieklachten ingebracht waaronder klachten over het bewijs en over de motivering van de straf. Zo zou het gerechtshof zijn voorbijgegaan aan het standpunt van de verdediging dat niet het Hells Angels charter Haarlem, maar alleen de jongere garde, gevormd door drie inmiddels onherroepelijk veroordeelde leden, een criminele organisatie vormde.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten niet slagen. De Hoge Raad geeft in zijn uitspraak een overzicht van zijn rechtspraak over artikel 140 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, waarin deelneming aan een criminele organisatie strafbaar is gesteld. Het gerechtshof heeft ten eerste vastgesteld dat tussen de (onder meer) de zes mannen en de Stichting sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband. Zo had het chapter een clubhuis waar werd vergaderd, geld werd ingezameld voor gedetineerde leden en (onder meer) termen op de muren stonden die verband hielden met de toepassing van geweld tegen overheidspersoneel. Verder betaalden de leden contributie en waren zij herkenbaar door het dragen van de zogenoemde ‘colours’. Het oordeel van het hof dat dit samenwerkingsverband een criminele organisatie is, berust op de vaststellingen dat het chapter Haarlem een bedreigende en gewelddadige reputatie had, dat het plegen van strafbare feiten werd aangemoedigd en beloond, en dat uit naam van het chapter strafbare feiten werden begaan. Verder heeft het hof vastgesteld dat de verdachten het oogmerk van de organisatie kenden en de verwezenlijking daarvan hebben gesteund of daarin een aandeel hebben gehad. De Hoge Raad acht het oordeel van het gerechtshof dat op grond van deze vaststellingen bewezen is dat zij hebben deelgenomen aan een criminele organisatie juridisch juist en ook toereikend gemotiveerd.
Met de uitspraak van de Hoge Raad zijn de veroordelingen van de zes mannen en de Stichting definitief. Dit geldt ook voor de verbeurdverklaring van het clubhuis.
Publicatie op rechtspraak.nl
ECLI:NL:HR:2022:1001
ECLI:NL:HR:2022:1002
ECLI:NL:HR:2022:969
ECLI:NL:HR:2022:1007
ECLI:NL:HR:2022:1008
ECLI:NL:HR:2022:970
ECLI:NL;HR:2022:1022