Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling wegens poging moord op advocaat in Zoetermeer in stand laten

10 mei 2022

De veroordeling van een man wegens het medeplegen van een poging tot moord op een advocaat in Zoetermeer kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Harteveld de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De zaak

De aanval op de advocaat vond plaats op 26 september 2017 in Zoetermeer. Het slachtoffer werd door een onbekend gebleven jongen in de spreekkamer van haar kantoor met een stanleymes in haar hoofd gesneden. De verdachte was samen met een medeverdachte intensief betrokken bij deze aanval. Via een criminele ‘appgroep’ op een PGP-telefoon had een van hen de opdracht aangenomen om de advocaat te verminken. Vervolgens werd uitvoering aan die opdracht gegeven en de jongen die gestoken heeft door de verdachte en zijn medeverdachte van Amsterdam naar het advocatenkantoor in Zoetermeer gebracht.

Het gerechtshof vond dat het snijden in het gezicht van de advocaat zo gevaarlijk was, dat sprake was van een poging tot moord. De verdachten had van tevoren kunnen bedenken dat het verkeerd af had kunnen lopen. Het hof hield de beide mannen daar verantwoordelijk voor, ook al hebben zij het slachtoffer niet zelf gestoken. Het hof legde aan de verdachten negen jaar plus tien maanden en negen jaar gevangenisstraf op. De verdachte die een gevangenisstraf kreeg van negen jaar en tien maanden stelde beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. Er zijn meerdere cassatieklachten ingediend waaronder de klacht dat geen sprake zou zijn van medeplegen. Het slachtoffer heeft cassatieklachten ingediend ten aanzien van de schade die onder meer toekomstige gederfde inkomsten en de faillissementskosten betreft.

Advies AG

De klacht dat geen sprake zou zijn van medeplegen slaagt volgens de AG niet. Het gerechtshof heeft ten aanzien van de rol van de verdachte vastgesteld dat hij een bekende was van de opdrachtnemer, hij een telefoonnummer in gebruik had waarmee hij op de dag van de aanval contact hield met de medeverdachte en dat alleen die dag in gebruik was, dat hij de afspraak had gemaakt om de steker op te halen in Amsterdam en naar Zoetermeer te brengen om in opdracht van een ander tegen betaling de advocaat aan te vallen waarbij ze zou worden ‘gekrast’ en dat hij dat vervoer ook daadwerkelijk heeft uitgevoerd. Nog voordat de aanval plaatsvond is hij vertrokken uit Zoetermeer en heeft daarbij niet ingecheckt met zijn eigen OV-kaart wat hij wel deed op het vervolgtraject vanaf Den Haag Centraal. De AG vindt dat het hof in dit geval heeft kunnen oordelen dat sprake is van medeplegen. Ook de andere cassatieklachten van de verdachte slagen volgens de AG niet. Dat geldt ook voor de cassatieklachten die door het slachtoffer zijn ingediend.

De AG vindt dan ook de veroordeling van de verdachte in stand kan blijven evenals de beslissing van het hof over de schadevergoeding van het slachtoffer.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 21 juni 2022.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2022:410