Advies PG aan Hoge Raad: veroordeling wegens bedreiging van Tweede Kamerlid Omtzigt kan in stand blijven
De veroordeling van een man wegens onder meer bedreiging van Tweede Kamerlid Omtzigt op 20 augustus 2020 op het Plein in Den Haag kan in stand blijven. Dat adviseert procureur-generaal (PG) Bleichrodt de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
De zaak
De verdachte nam op 20 augustus in Den Haag deel aan een demonstratie op het Plein. Later die dag zag hij de heer Omtzigt lopen. Het gerechtshof stelde in hoger beroep vast dat de verdachte de heer Omtzigt heeft gedwongen om stil te staan door voor hem te gaan staan. De verdachte sprak hem met luide stem toe, terwijl hij met zijn gezicht intimiderend dicht tegen het gezicht van de heer Omtzigt kwam. Nadat de heer Omtzigt de verdachte kenbaar had gemaakt dat hij zich in de ontstane situatie niet prettig voelde, heeft hij zijn weg vervolgd. Toen heeft de verdachte, die de heer Omtzigt volgde, de volgende woorden in zijn de richting geroepen: “Vieze vuile kankerhond, ik zal je doodslaan mongool!”. De heer Omtzigt hoorde de volgende dag via sociale media van deze bedreigende uitlatingen.
Het gerechtshof veroordeelde de man voor onder meer deze bedreiging tot een gevangenisstraf van vier maanden waarvan de helft voorwaardelijk. De verdachte stelde beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.
Cassatie(klachten)
De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de veroordeling van het gerechtshof te vernietigen. Volgens de advocaat heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan een voltooide bedreiging nu de heer Omtzigt pas de volgende dag op de hoogte raakte van de bedreiging en hij heeft aangegeven zich op dat moment niet meer onveilig te voelen. Tegen deze achtergrond vindt de advocaat het niet zonder meer begrijpelijk dat bij de heer Omtzigt de vrees zou ontstaan dat de verdachte zijn woorden in daden zou omzetten.
Advies PG
De PG is van mening dat deze cassatieklacht niet kan slagen. Een veroordeling wegens bedreiging is ook mogelijk in een situatie waarin deze de geadresseerde op een later moment heeft bereikt dan het moment waarop de bedreigende uitlatingen daadwerkelijk zijn gedaan. Voldoende is dat (i) de geadresseerde op de hoogte is geraakt van de bedreiging en (ii) het opzet van de verdachte was gericht op het teweegbrengen van een redelijke vrees dat de geadresseerde het leven zou kunnen verliezen en daarmee dat de geadresseerde op de hoogte zou raken van de bedreiging.
Het hof heeft vastgesteld dat de heer Omtzigt (een dag later) op de hoogte is geraakt van de woorden die de verdachte naar hem riep. De door de verdachte geuite woorden zijn ondubbelzinnig en houden een rechtstreekse doodsbedreiging in. De verdachte heeft deze woorden met luide stem naar de heer Omtzigt geroepen. Dat gebeurde toen de heer Omtzigt de groep passeerde nadat de verdachte hem de weg had versperd door voor hem te gaan staan. Hieruit kan volgens de PG zonder meer worden afgeleid dat het opzet van de verdachte erop was gericht dat zijn uitlatingen de heer Omtzigt zouden bereiken. De enkele omstandigheid dat de heer Omtzigt de bewoordingen niet ter plaatse, maar door middel van waarneming van de opname daarvan heeft gehoord, doet daaraan niet af. Het hof heeft gelet op de aard van de bewoordingen en de context waarin deze zijn geuit, volgens de PG kunnen oordelen dat het opzet van de verdachte erop was gericht dat de heer Omtzigt daadwerkelijk op de hoogte zou raken van de bedreiging en dat bij hem de redelijke vrees voor zijn leven kon ontstaan.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 24 januari 2023.
De conclusie van de PG is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De PG staat aan het hoofd van het parket bij de Hoge Raad waar de advocaten-generaal werkzaam zijn. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.