Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling wegens jarenlange onttrekking aan ouderlijk gezag van twee minderjarige dochters kan in stand blijven

18 april 2023

De veroordeling van een vader wegens jarenlange onttrekking aan het ouderlijk gezag van zijn twee minderjarige dochters kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Hofstee de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag. De vader verbleef vijftien jaar met zijn twee dochters zonder toestemming van de moeder in Egypte, terwijl hij geen gezag over hen had.

De zaak

De moeder had als enige gezag (eenhoofdig gezag) over de beide minderjarige dochters. De vader kreeg van de moeder in 2003 toestemming voor een drieweekse vakantie (tot 8 augustus 2003) in Egypte met de kinderen, die toen zes respectievelijk twee jaar oud waren. De man is daarna met hen, in strijd met de gemaakte afspraak, in Egypte gebleven, tot aan zijn aanhouding in januari 2018 in België.

Het gerechtshof veroordeelde de man tot vijf jaar gevangenisstraf en het betalen van een schadevergoeding aan de moeder van 50.000 euro. De dochters kregen geen schadevergoeding. De man stelde van deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. De cassatieklacht richt zich onder meer tegen de verwerping door het hof van het standpunt van de verdediging over de ontvankelijk van het OM in de vervolging wegens een gebrek aan rechtsmacht. Volgens de advocaat heeft Nederland geen rechtsmacht omdat de handelingen die aan de verdachte ten laste zijn gelegd allemaal, en alleen maar, in Egypte hebben plaatsgevonden en niet in Nederland.

Daarnaast vraagt de gemachtigde van de moeder en de dochters de Hoge Raad de beslissing van het hof over de gedeeltelijke afwijzing van de schadevergoeding te vernietigen.

Advies AG

Het hof heeft vastgesteld dat de verweten gedraging – het na de vakantie niet terugbrengen van de kinderen naar hun moeder in Nederland- een handeling van de verdachte betreft waarvan de gevolgen zich uitsluitend in Nederland hebben voorgedaan. Het hof heeft daarbij betrokken dat de afspraken telkens door de verdachte met de moeder in Nederland zijn gemaakt. Op grond van deze vaststellingen kwam het hof tot het oordeel dat het delict (mede) is gepleegd in Nederland en dat het OM ontvankelijk is in de vervolging. Dat oordeel van het hof is volgens de AG juridisch juist. Niet alleen de plaats waar de verdachte had moeten handelen, maar ook de plaats waar het gevolg van dat nalaten is ingetreden kan als plaats delict worden aangemerkt.

Ook de cassatieklachten van de moeder en dochters slagen volgens de AG niet. De veroordeling en de opgelegde gevangenisstraf en de toegekende schadevergoeding aan de moeder kunnen wat hem betreft dan ook in stand blijven.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 13 juni 2023.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2023:413