PG bij de Hoge Raad start toezichtonderzoek OM op het gebied van getuigenbescherming
De Procureur-Generaal (PG) bij de Hoge Raad start een onderzoek waarbij de vraag centraal staat in hoeverre het Openbaar Ministerie (OM) bij de uitoefening van zijn taak de wettelijke voorschriften, waaronder begrepen verdragsrechtelijke voorschriften, op het gebied van de bescherming van getuigen uitvoert. Eerder deze maand werd al bekend dat de PG zo’n onderzoek overweegt.
Het onderzoek van de PG heeft een algemeen, thematisch karakter en is niet gericht op het verloop van individuele zaken. Het onderzoek zal zich uitstrekken tot meerdere categorieën getuigen, zoals bedreigde getuigen, afgeschermde getuigen, kroongetuigen en getuigen die (anderszins) uit vrees voor represailles en/of traceerbaarheid (partieel) anoniem verklaringen afleggen. De zorgplicht van het OM voor de bescherming van getuigen strekt zich uit tot al deze getuigen.
De minister van Justitie en Veiligheid heeft bij Kamerbrieven van 4 november 2022 en 31 maart 2023 aangekondigd nadere wet- en regelgeving voor te bereiden op het terrein van getuigenbescherming. Deze voornemens vloeien deels voort uit het onderzoek dat is verricht door de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat heeft geleid tot het rapport ‘Bewaken en beveiligen, Lessen uit drie beveiligingssituaties’. Bij de opzet en planning van het toezichtonderzoek zal de PG met dit wetgevingstraject en met andere aangekondigde verbeterplannen rekening houden. Dat zou ertoe kunnen leiden dat het onderzoek gefaseerd plaatsvindt, waarbij de eerste fase is gericht op de huidige situatie en in de tweede fase verbetermaatregelen en een nieuw wettelijk kader kunnen worden betrokken.
De PG zal zijn onderzoek beginnen met verkennende gesprekken. Aan de hand van de uitkomsten van deze gesprekken neemt hij verdere beslissingen over het tijdpad, de reikwijdte van het onderzoek, de verlangde bijstand van het OM en de te verstrekken informatie. Daar is op dit moment (dus) verder nog niets over te zeggen.
Bijzondere taken PG
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad is een onafhankelijk en zelfstandig instituut binnen de rechterlijke organisatie dat los staat van het rechtscollege de Hoge Raad. Er is geen gezagsverhouding tussen de Procureur-Generaal en de Hoge Raad. Dat komt ook tot uitdrukking in het woordje ‘bij’. De Procureur-Generaal geeft leiding aan het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad behoort niet tot het Openbaar Ministerie en is onafhankelijk ten opzichte van de Minister van Justitie en Veiligheid.
De Procureur-Generaal heeft een aantal bijzondere taken. Eén van die taken betreft het (thematisch) toezicht op het OM. Artikel 122 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) bepaalt dat de procureur-generaal bij de Hoge Raad de minister in kennis kan stellen van het feit dat naar zijn oordeel het Openbaar Ministerie (OM) bij de uitoefening van zijn taak de wettelijke voorschriften niet naar behoren handhaaft of uitvoert. Deze bijzondere taak wordt wel uitoefening van toezicht genoemd, maar van directe invloed op het beleid van het OM is daarbij geen sprake. Eerder deed de PG (meerdere) onderzoek(en) naar strafbeschikkingen, DNA van veroordeelden, onderzoek in een geautomatiseerd werk en het toevoegen van strafvorderlijke, justitiële en politiële gegevens aan het BOPZ-dossier.