Advies AG aan Hoge Raad: beslissing hof dat TUI met vakbond FNV moet onderhandelen over een cao voor haar cabinepersoneel kan in stand blijven
De beslissing van het hof dat TUI met vakbond FNV moet onderhandelen over een cao voor haar cabinepersoneel kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) De Bock de Hoge Raad in een conclusie van vandaag.
De zaak
In deze zaak onderhandelde TUI uitsluitend met haar ondernemingsraad (hierna: OR) over de primaire arbeidsvoorwaarden voor het cabinepersoneel. Hoewel het instemmingsrecht van de ondernemingsraad op grond van de Wet op de Ondernemingsraden (de WOR) niet geldt voor primaire arbeidsvoorwaarden, biedt de WOR toch een basis om met de ondernemingsraad over primaire arbeidsvoorwaarden te onderhandelen. Dat kan namelijk als de werkgever met de ondernemingsraad een instemmingsrecht ten aanzien van primaire arbeidsvoorwaarden overeengekomen is. In deze zaak is dat gebeurd.
Vervolgens heeft vakbond FNV zich gemeld met het verzoek om toegelaten te worden tot cao-onderhandelingen. TUI heeft dat geweigerd, waarna FNV zich tot de rechter heeft gewend.
Na een afwijzend vonnis van de kantonrechter heeft het hof de vordering van FNV toegewezen en TUI veroordeeld om FNV als gespreks- en onderhandelingspartner te erkennen. Tegen deze uitspraak heeft TUI cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. TUI bestrijdt met verschillende cassatieklachten het oordeel van het hof.
Advies AG
Volgens TUI bestaat er in de situatie waarin een werkgever geen cao-onderhandelingen voert, geen verplichting van de werkgever om met een vakbond te onderhandelen. Een werkgever kan er dan voor kiezen om met de ondernemingsraad afspraken te maken over primaire arbeidsvoorwaarden.
Op zichzelf is dat juist, vindt de AG. Gelet op de wet is het mogelijk dat met de ondernemingsraad afspraken worden gemaakt over primaire arbeidsvoorwaarden. Maar de situatie verandert als een representatieve vakbond zich meldt bij de werkgever. De werkgever kan niet zomaar de representatieve vakbond passeren en ervoor kiezen niet met de vakbond maar met de ondernemingsraad te onderhandelen. Daarmee wordt namelijk de positie van de vakbond ondermijnd (verzwakt). Op grond van internationale rechtsnormen is dat niet toegestaan. De AG is het niet eens met TUI, dat een representatieve vakbond in een dergelijke situatie alleen door het voeren van collectieve actie een plaats aan de onderhandelingstafel zou kunnen afdwingen.
De positie van de ondernemingsraad kan ook niet op één lijn worden gesteld met die van een vakbond. Zo is een ondernemingsraad niet onafhankelijk van de werkgever en moet de ondernemingsraad ook rekening houden met de belangen van de onderneming. Bovendien is hier van groot belang dat een vakbond het stakingsrecht kan uitoefenen en hiermee druk kan uitoefenen in de onderhandelingen. Een ondernemingsraad heeft dit middel niet. Een ondernemingsraad heeft dan ook minder onderhandelingsmacht (countervailing power) dan een vakbond.
Uit rechtspraak van de Hoge Raad uit 2007 (het arrest AbvaKabo) kan worden afgeleid dat aan de hand van een belangenafweging moet worden beoordeeld of een representatieve vakbond moet worden toegelaten tot cao-onderhandelingen. Dit arrest heeft betrekking op een situatie dat (niet met een ondernemingsraad maar) met een vakbond werd onderhandeld, en een andere vakbond wilde mee onderhandelen. Het hof heeft dit uitgangspunt echter ook van toepassing geacht in de situatie die zich in deze zaak voordoet, waarin geen sprake is van cao-onderhandelingen maar van onderhandelingen over primaire arbeidsvoorwaarden met de ondernemingsraad. Het hof achtte FNV (voldoende) representatief en heeft vervolgens een belangenafweging gemaakt. Daaruit komt naar voren dat het hof de belangen van FNV om toegelaten te worden tot arbeidsvoorwaardenoverleg met TUI zwaarwegend heeft geacht, onder meer omdat er een sterke wens bij het cabinepersoneel is dat met FNV en niet met de ondernemingsraad wordt onderhandeld. Daartegenover heeft het hof de belangen van TUI om FNV buiten de deur te houden, te licht bevonden.
De AG is van mening dat het hof de overwegingen uit het AbvaKabo-arrest mocht doortrekken naar de situatie die zich hier voordoet, waarin géén sprake is van lopende cao-onderhandelingen, maar van onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden van de werkgever met de ondernemingsraad. Deze cassatieklacht van TUI slaagt dan ook niet. Dat geldt ook voor de andere cassatieklachten.
De AG adviseert de Hoge Raad de uitspraak van het hof in stand te laten.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 31 mei 2024.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.