Advies AG aan Hoge Raad: laat openstelling huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht in Aruba en Curaçao in stand
De beslissing van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (hierna: het hof) dat paren van hetzelfde geslacht in Aruba en Curaçao met elkaar kunnen trouwen, kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Snijders de Hoge Raad in zijn conclusies van vandaag in de cassatieberoepen die Aruba en Curaçao ieder tegen deze beslissing hebben ingesteld.
De zaken
Er is sprake van twee zaken, een tegen Aruba en een tegen Curaçao. In beide zaken vorderen een belangenorganisatie en een paar van hetzelfde geslacht dat de rechter het huwelijk openstelt voor paren van hetzelfde geslacht. Volgens de tekst van het Burgerlijk Wetboek van zowel Aruba als Curaçao is een huwelijk nu alleen mogelijk tussen een man en een vrouw. Daarin verschillen Aruba en Curaçao van Nederland, waar het Burgerlijk Wetboek sinds 2001 bepaalt dat het huwelijk ook openstaat voor paren van hetzelfde geslacht.
Volgens de belangenorganisaties is sprake van discriminatie naar seksuele oriëntatie, wat net als in Nederland (art. 1 Grondwet) door de Staatsregeling van zowel Aruba als Curaçao (de grondwet van respectievelijk Aruba en Curaçao) niet wordt toegestaan. De mogelijkheid om te trouwen moet daarom ook bestaan voor paren van hetzelfde geslacht, aldus de belangenorganisaties.
Beslissing hof
Het hof heeft in beide zaken beslist dat inderdaad sprake is van discriminatie. Er is volgens het hof geen rechtvaardiging voor het niet openstaan van het homohuwelijk. Aruba en Curaçao verzuimen al geruime tijd om hun wetgeving aan te passen. Dit komt in strijd met het discriminatieverbod van de Staatsregelingen van de beide landen. De rechter heeft de mogelijkheid om deze discriminatie op te heffen door te bepalen dat het huwelijk ook openstaat voor paren van hetzelfde geslacht, ook al staat dat niet in de wet. Daarvoor is een wijziging van de wet niet nodig, aldus het hof. Daarom heeft het hof in zijn uitspraak het homohuwelijk opengesteld.
Cassatie(klachten)
Aruba en Curaçao vragen beide de Hoge Raad om de beslissing van het hof te vernietigen. Zij bestrijden niet dat sprake is van discriminatie van paren van hetzelfde geslacht. Zij menen echter dat de wet alleen kan worden gewijzigd door een formele wetswijziging. Dat is dus door een gezamenlijk besluit van de regering en de Staten van Aruba dan wel van Curaçao. De rechter is volgens beide landen niet tot wijziging van de wet bevoegd. Zij willen de mogelijkheid hebben om te volstaan met de invoering van het geregistreerd partnerschap voor paren van hetzelfde geslacht. Aruba heeft dat partnerschap in 2021 ingevoerd.
Advies AG
Volgens de AG zijn de cassatieklachten van Aruba en Curaçao ongegrond. De Staatsregelingen van Aruba en Curaçao geven de rechter de bevoegdheid om de wet te toetsen aan onder meer het discriminatieverbod van de Staatsregelingen. Dat heet constitutionele toetsing. Het discriminatieverbod luidt in Aruba en Curaçao hetzelfde als in Nederland. Discriminatie naar seksuele oriëntatie is dus ook in Aruba en Curaçao verboden. Wettelijke bepalingen die met dat verbod in strijd zijn, moeten volgens de Staatsregelingen van Aruba en Curaçao door de rechter buiten toepassing worden gelaten. In dit geval biedt het buiten toepassing laten van de wettelijke bepalingen over het huwelijk geen oplossing omdat paren van hetzelfde geslacht dan evenmin kunnen trouwen. Er moet dus een andere oplossing komen.
Naar blijkt uit de toelichting die op de mogelijkheid van constitutionele toetsing is gegeven in de Staten van Aruba en Curaçao, en volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad is de rechter bevoegd om die oplossing te bepalen als er maar één oplossing denkbaar is en het gaat om een ernstige vorm van discriminatie. In dat geval mag de rechter de wet anders uitleggen dan hij luidt en oorspronkelijk bedoeld was. De reden daarvan is dat de rechter, zo dat voor hem mogelijk is, een einde aan de discriminatie moet kunnen maken. Voor zover sprake is van discriminatie, is de wet bovendien ongeldig. Deze mogelijkheid bestaat in beginsel niet als er meerdere oplossingen mogelijk zijn. De keuze tussen die oplossingen is dan aan de wetgever. De rechter mag die keuze in beginsel niet maken.
Aan de voorwaarden dat maar één oplossing denkbaar is en dat sprake is van ernstige discriminatie, is volgens de AG voldaan. De enige manier waarop de discriminatie in dit geval kan worden opgeheven, is door het huwelijk ook open te stellen voor paren van hetzelfde geslacht. Discriminatie naar seksuele oriëntatie is een zeer ernstige vorm van discriminatie. Het hof heeft daarom in zijn uitspraken het huwelijk mogen openstellen voor paren van hetzelfde geslacht.
Het hof heeft volgens de AG terecht beslist dat het geregistreerd partnerschap geen oplossing is. De discriminatie bestaat immers in het niet openstaan van het huwelijk. Het geregistreerd partnerschap vormt daarom geen alternatief waarvoor de wetgever in Aruba en Curaçao eventueel kan kiezen.
De AG adviseert de Hoge Raad dan ook de cassatieberoepen van Aruba en Curaçao te verwerpen en de beslissing van het hof in stand te laten.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraken van de Hoge Raad zijn voorlopig bepaald op 12 juli 2024.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.