Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling man die ex om het leven bracht en haar lichaam in de Muidertrekvaart achterliet, kan in stand blijven
De veroordeling van de man die ervan wordt verdacht zijn ex-vriendin om het leven te hebben gebracht en haar lichaam in de Muidertrekvaart te hebben achtergelaten, kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Aben de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
De zaak
Op 20 september 2018 werd in de Muidertrekvaart bij Muiden het levenloze lichaam van een vrouw aangetroffen. Het lichaam was gewikkeld in een opblaaszwembad met daaromheen verschillende touwen, kabels en kabelbinders. De verdachte, de ex-vriend van de vrouw, kwam in beeld nadat op 4 oktober 2018 tijdens een doorzoeking in een woning in Bussum de data van twee telefoons werden uitgelezen. Daarnaast werden in de woning van de verdachte verschillende materialen, waaronder touwen, aangetroffen en werden foto’s veiliggesteld met daarop afgebeeld een vrouw vastgebonden met touwen in de woonkamer van verdachtes woning. De inbeslaggenomen materialen bleken op basis van het verrichte (forensisch) onderzoek telkens in verband te kunnen worden gebracht met de materialen waarmee het lichaam van het slachtoffer was gebonden. De man werd vervolgd wegens betrokkenheid bij haar dood.
Het gerechtshof veroordeelde de verdachte wegens doodslag en het wegmaken van het lichaam tot een gevangenisstaf van acht jaar en tbs met dwangverpleging. De verdachte stelde van deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.
Cassatie(klachten)
De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. In cassatie wordt onder meer geklaagd dat het hof het door de verdachte geschetste alternatieve scenario op onjuiste en niet begrijpelijke gronden heeft verworpen.
Advies AG
Na gedurende lange tijd zijn betrokkenheid bij de dood van zijn ex volledig te hebben ontkend, heeft verdachte in de loop van de procedure in hoger beroep, ruim drie en een half jaar later, een alternatief scenario opgeworpen. Op 20 april 2022 ontving het hof een handgeschreven verklaring van verdachte, waarin hij stelde – kort samengevat – dat de vrouw tijdens (bondage)seks met hem was overleden, dat hij had geprobeerd haar te reanimeren en dat hij haar levenloze lichaam in een opblaaszwembad in de Muidertrekvaart had laten glijden. Hij had – naar eigen zeggen – geen schuld aan haar dood.
Het hof heeft dit alternatieve scenario om meerdere redenen terzijde geschoven. Volgens het hof kwam de verdachte moeizaam met concrete informatie en feiten op kritische vragen over hetgeen in de woning van de verdachte rond haar verdwijning is gebeurd, heeft hij zijn verklaring veeleer afgestemd op de inhoud van het dossier dan dat die verklaring de waarheid weergeeft en vindt zijn afgelegde verklaring weerlegging in het bewijs.
De AG is van mening dat het hof langs heldere lijnen uiteen heeft gezet dat en op welke gronden aan dit alternatieve scenario voorbij wordt gegaan. De cassatieklacht slaagt dan ook niet. De AG adviseert de Hoge Raad de veroordeling en de opgelegde straf en maatregel in stand te laten.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 6 februari 2024.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.