Advies PG aan Hoge Raad: herzieningsverzoek in stalkingzaak toewijzen

17 oktober 2023

De herzieningsaanvraag in de zaak tegen een man die onherroepelijk is veroordeeld voor belaging (ook wel ‘stalking’ genoemd), bedreiging en eenvoudige belediging moet worden toegewezen. Dat adviseert procureur-generaal bij de Hoge Raad (PG) Bleichrodt de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

Herziening in het voordeel van de veroordeelde is alleen mogelijk als na een onherroepelijke veroordeling in een strafzaak een nieuw gegeven, een zogenoemd novum, bekend wordt dat de rechter niet eerder kende en dat het ernstige vermoeden wekt dat de rechter destijds tot een andere uitspraak (geen veroordeling) zou zijn gekomen. Volgens de PG is in deze zaak aan de voorwaarden voor herziening voldaan.

De zaak

Op 5 maart 2019 is de man die nu herziening vraagt (hierna: de aanvrager) door de rechtbank veroordeeld wegens (samengevat) belaging, bedreiging en belediging door in 2017 veelvuldig sms- en Facebookberichten te verzenden aan een vrouw. De rechtbank legde een gevangenisstraf op voor de duur van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Aan het voorwaardelijk deel van de straf heeft rechtbank voorwaarden verbonden. Verder heeft de rechtbank een contact- en locatieverbod opgelegd aan de aanvrager en beslist dat de aanvrager schadevergoeding moet betalen ten behoeve van de vrouw.

Nadere ontwikkelingen na de onherroepelijke veroordeling

In de periode van 13 januari 2020 tot en met 15 juni 2021 heeft de vrouw opnieuw meerdere aangiften gedaan tegen de aanvrager wegens stalking en bedreiging. Na een aangifte van de vrouw op 14 mei 2021, heeft de politie uitgebreid opsporingsonderzoek verricht. Enkele weken later heeft zij ook het programma ‘Zeeman Confronteert: Stalkers’ benaderd. Het politieonderzoek leidde tot het vermoeden dat de vrouw valse aangiften had gedaan. Zij heeft tijdens een politieverhoor – en aan de programmamakers van Zeeman confronteert: Stalkers - bekend dat meerdere meldingen en aangiften na de melding van 13 januari 2020 vals waren.

Naar aanleiding van deze bekentenissen, die betrekking hadden op een andere periode dan de bewezen verklaarde periode in de strafzaak, is in opdracht van de officier van justitie nader onderzoek verricht naar de onderzoeksgegevens die behoorden tot het procesdossier in de strafzaak. Op basis van deze resultaten heeft het Openbaar Ministerie besloten de vrouw te vervolgen. Zij wordt er onder meer van verdacht valse aangiften te hebben gedaan en persoonsgegevens van de aanvrager te hebben misbruikt.

Herzieningsprocedure

Namens de aanvrager is op basis van het nader onderzoek van de politie een herzieningsaanvraag ingediend bij de Hoge Raad.

Advies PG

De PG adviseert de herzieningsaanvraag gegrond te verklaren. In zijn advies behandelt de PG de veroordeling van de aanvrager en het bewijs dat destijds is gebruikt en de resultaten van het nader onderzoek.

De veroordeling van de aanvrager is destijds voornamelijk gebaseerd op onderzoek naar de historische verkeersgegevens naar het telefoonnummer van de vrouw, waaruit viel af te leiden dat zij de sms-berichten daadwerkelijk had ontvangen. Vervolgens heeft de politie onderzoek verricht aan de vier bij de politie bekende mobiele nummers die konden worden gerelateerd aan de aanvrager. Deze nummers waren bij de politie bekend door de aangiften en het onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het mobiele nummer van de vrouw. Op basis van dit onderzoek zijn de vier mobiele telefoonnummers in verband met de aanvrager gebracht. Er is toen niet onderzocht of de berichten daadwerkelijk zichtbaar waren in de historische verkeersgegevens van de mobiele nummers van de aanvrager.

Uit het nieuwe onderzoek bleek dat de sms-berichten, die de rechtbank heeft gebruikt als bewijs, niet zichtbaar zijn in de historische verkeersgegevens van de mobiele nummers van de aanvrager. Ook uit nader onderzoek naar de IMEI-nummers (een uniek nummer dat is gekoppeld aan een mobiel toestel) van toestellen die door de aanvrager werden gebruikt, bleek niet van contact met het mobiele nummer van de vrouw met behulp van die toestellen.

Uit aanvullend onderzoek naar historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van de vrouw bleek dat in nagenoeg alle gevallen voorafgaand aan een ontvangen sms-bericht is uitgebeld naar een 0909-nummer. Dit nummer (een betaaldienst) werd onder andere gebruikt voor de betaling aan een website voor het verzenden van sms-berichten. In 2017 was het mogelijk om als afzender een 06-nummer in te voeren. De resultaten van dit onderzoek versterken het vermoeden dat de vrouw door gebruik te maken van de diensten van de website de sms-berichten zelf opstelde, deze via de ingevoerde 06-nummers van de aanvrager aan zichzelf stuurde en vervolgens daarvan aangifte deed.

Deze nova maken dat de PG de Hoge Raad adviseert de herzieningsaanvraag gegrond te verklaren. Het verweer van de verdachte, inhoudende dat gegevens en telefoonnummers van de aanvrager zijn misbruikt en dat valse Facebookaccounts zijn aangemaakt, achtte de rechtbank “op geen enkele wijze aannemelijk geworden”. Op basis van de nieuwe onderzoeksresultaten ontstaat het ernstige vermoeden dat de rechtbank, als zij destijds daarmee bekend was geweest, tot een ander oordeel zou zijn gekomen. Dat vermoeden wordt nog versterkt door de resultaten van opsporingsonderzoek naar de handelwijze van de vrouw in 2020 en 2021, waarbij op essentiële punten overeenkomsten zijn met de feitelijke gang van zaken in de periode 2017.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad zal zich nu buigen over de herzieningsaanvraag. De uitspraak van de Hoge Raad is bepaald op 21 november 2023.

De conclusie van de procureur-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De procureur-generaal staat aan het hoofd van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2023:906