Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling wegens ‘Zwolse kruipruimtemoord’ kan in stand blijven

23 januari 2024

De veroordeling van de verdachte in de zaak van de zogenoemde ‘Zwolse kruipruimtemoord’ kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Keulen de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De zaak

De verdachte wordt ervan verdacht in februari 2018 in Zwolle een man van dichtbij door het hoofd te hebben geschoten. Nadat het slachtoffer was overleden, heeft verdachte het lichaam in stukken gezaagd, de lichaamsdelen in plastic zakken gedaan en verstopt in de kruipruimte van zijn woning. Nadat de verdachte door de politie werd aangehouden, is het stoffelijk overschot daar aangetroffen. De verdachte is door het OM vervolgd wegens, onder meer, doodslag.

De verdachte heeft tijdens zijn berechting een alternatief scenario aangedragen. Dit scenario komt erop neer dat het slachtoffer het vuurwapen zelf op zijn hoofd gericht hield, dat verdachte probeerde het wapen weg te trekken en dat het wapen daarbij is afgegaan.

Het hof heeft, net als de rechtbank, dit alternatieve scenario terzijde geschoven. Naast de inschotwond is een metalen cupje aangetroffen. Het hof leidt uit rapporten en verklaringen van een deskundige af dat het cupje daar terecht is gekomen doordat de kogel na het verlaten van de loop door een plaatstalen voorwerp is gegaan dat zich tussen het vuurwapen en het hoofd van het slachtoffer moet hebben bevonden. De kogel heeft daarbij een stukje uit het plaatstalen voorwerp gescheurd. Dit uitgescheurde stukje plaatstaal is in de vorm van het cupje naast de inschotwond in het hoofd van het slachtoffer terechtgekomen. Omdat dit feit niet past in het alternatieve scenario van verdachte – volgens hem was er geen voorwerp tussen het wapen en het hoofd – heeft het hof vastgesteld dat dit scenario niet aannemelijk is geworden.

Het hof veroordeelde de verdachte wegens onder meer doodslag tot een gevangenisstraf van elf jaar en acht maanden.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. In cassatie worden verschillende klachten over de bewezenverklaarde doodslag naar voren gebracht.

Advies AG

De AG is van mening dat de bewijsklachten niet slagen. Dat geldt ook voor de klachten dat het hof niet heeft beslist op een voorwaardelijk verzoek tot het doen uitvoeren van nader onderzoek, de afwijzing door het hof van een voorwaardelijk verzoek tot het doen uitvoeren van deskundigenonderzoek en de afwijzing door het hof van een voorwaardelijk verzoek tot het laten opmaken van een aanvullend proces-verbaal. Ook de klacht dat het hof op onbegrijpelijke dan wel ontoereikende gronden de verklaring van de verdachte niet geloofwaardig heeft geacht slaagt niet.

De AG adviseert de Hoge Raad dan ook de veroordeling en de opgelegde straf in stand te laten.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 12 maart 2024.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2024:84