Veroordeling boer uit Zutphen wegens bedreigingen blijft in stand

16 januari 2024

De veroordeling van een boer uit Zutphen voor twee bedreigingen in november 2019 en in januari 2020 blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

De bedreigingen speelden zich af tegen de achtergrond van een (langlopend) conflict tussen de verdachte en de gemeente over (de openbaarheid van) het pad gelegen aan het melkveebedrijf van de verdachte. Volgens het hof heeft verdachte zich tweemaal schuldig gemaakt aan bedreiging, door met enige snelheid met een tractor op voorbijgangers die gebruik maakten van het pad toe te rijden en één keer daarbij ook nog eens te zeggen “lk rijd je plat" en "De volgende keer lopen jullie om, anders rijd ik jullie hartstikke plat”. Het hof legde een gevangenisstraf op van vier maanden waarvan twee maanden voorwaardelijk. De verdachte stelde tegen deze beslissing beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vroeg de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. In cassatie werd onder meer geklaagd dat een onjuiste pleegplaats in de tenlastelegging zou zijn vermeld (de strafbare feiten zouden zich niet op de in de tenlastelegging opgenomen openbare weg Kerkpad hebben voorgedaan maar op het erf van de boer) en dat het hof heeft nagelaten te reageren op een alternatief scenarioverweer (de zoon van de verdachte in plaats van de verdachte zou de tractor hebben bestuurd). Verder werd geklaagd dat het hof op volgens de verdediging onbegrijpelijke gronden tot een zwaardere straf is gekomen dan de straf van de politierechter.

Advies AG

De advocaat-generaal (AG) adviseerde de Hoge Raad op 21 november 2023 het cassatieberoep te verwerpen en de veroordeling in stand te laten.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten niet slagen. Hij heeft deze klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat ze niet tot vernietiging kunnen leiden en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen.

Met de uitspraak van de Hoge Raad zijn de veroordeling en de opgelegde straf definitief.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2024:13