Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling verdachte die (ex-)vriendin in auto stak met een mes en met auto de Nieuwe Maas inreed kan in stand blijven

2 juli 2024

De veroordeling van een verdachte wegens doodslag op zijn (ex-)vriendin door haar in zijn auto vele malen met een mes te steken en met die auto de Nieuwe Maas in te rijden, kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Paridaens de Hoge Raad in haar conclusie van vandaag.

De zaak

De man wordt ervan verdacht in de nacht van 21 op 22 december 2019 zijn (ex-)vriendin in zijn auto meermalen te hebben gestoken. Daarna reed hij met haar de Nieuwe Maas in. De man heeft zichzelf kunnen redden, terwijl de vrouw later die dag dood werd aangetroffen in de opgetakelde auto. Deze feiten heeft de verdachte op de zitting in hoger beroep niet betwist. De advocaat van de verdachte heeft daar wel naar voren gebracht dat vrijspraak zou moeten volgen omdat de verdachte geen (voorwaardelijk) opzet had op de dood van de vrouw. Ook is aangevoerd dat de verdachte een geslaagd beroep op noodweer(exces) toekomt. Hij had een messteek in zijn borst; zijn ex-vriendin zou hem eerst hebben gestoken en hij zou zichzelf hiertegen hebben verdedigd. Het gerechtshof ging hierin niet mee en veroordeelde de verdachte wegens doodslag tot een gevangenisstraf van 7,5 jaar en tbs met dwangverpleging. Tegen deze uitspraak stelde de verdachte beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de veroordeling van het hof te vernietigen. In cassatie wordt onder meer geklaagd over het bewijs van opzet op de dood van het slachtoffer en op een door het hof in dat verband genoemde ‘algemene ervaringsregel’. Ook wordt geklaagd over verwerping door het hof van het beroep op noodweer(exces), de afwijzing van verzoeken in verband met een opgenomen gesprek tussen verdachten en een bezoeker in de P.I. en de afwijzing van het verzoek tot het horen van referenten die zijn geraadpleegd in het kader van het onderzoek naar de verdachte in het Pieter Baan Centrum.

Advies AG

Bewijs
De AG is van mening dat de cassatieklachten over het bewijs niet slagen. Volgens haar heeft het hof kunnen oordelen dat verdachte heeft gehandeld met opzet op de dood van zijn (ex-)vriendin. Daarmee kon het hof komen tot een bewezenverklaring van doodslag.

Noodweer(exces)
Het hof heeft volgens de AG in voldoende mate tot uitdrukking gebracht dat de door de verdachte aan het noodweerverweer ten grondslag liggende feitelijke toedracht niet aannemelijk is geworden. Deze door de verdachte geschetste feiten hielden in dat de verdachte in de auto door de vrouw met een mes zou zijn gestoken, in reactie waarop hij haar vervolgens meermalen heeft gestoken met hetzelfde mes.

Er is door een forensisch arts onderzoek gedaan naar de verwonding van de verdachte. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat het bij de verdachte aangetroffen steekletsel even goed past bij een zelf toegebrachte verwonding als bij een door een ander toegebrachte verwonding. Het hof heeft in zijn uitspraak een aantal omstandigheden genoemd die beter passen bij het eerste scenario dan bij het tweede. Zo had de verdachte voorafgaand aan de pleegdatum en ook daarna bij de politie uitlatingen gedaan die wijzen op suïcidaliteit ten tijde van de gebeurtenis op 22 december 2019, heeft hij zich tijdens een eerdere relatie (met zijn (ex-)vrouw) met een mes verwond en heeft hij tijdens die relatie gedreigd samen met haar het water in te rijden. Verder is bij onderzoek aan het mes geen DNA van de vrouw aangetroffen. Uit een opgenomen gesprek in de penitentiaire inrichting blijkt dat verdachte over de gebeurtenissen van 22 december 2019 heeft gezegd dat hij zijn auto pakte en toen het mes in zijn zak stopte. Hieruit blijkt dat het mes zich in de machtssfeer van de verdachte bevond toen hij met de vrouw wegreed van de bar. Ook is bij de verdachte geen afweerletsel aangetroffen. Dit alles heeft het hof tot de conclusie gebracht dat het door de verdachte ingebrachte feitelijke toedracht van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van de verdachte door zijn ex-vriendin niet aannemelijk is geworden. Deze conclusie is volgens de AG niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.

Verzoeken tot nader onderzoek
Ook de klachten over de afwijzing van de verschillende verzoeken die de verdediging heeft gedaan slagen niet volgens de AG.

De AG adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van de verdachte te verwerpen en de beslissing van het hof in stand te laten.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 17 september 2024.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2024:713