Hoge Raad: veroordeling wegens onder meer medeplegen brandstichting Telegraafgebouw blijft in stand

22 oktober 2024

De veroordeling van een verdachte wegens onder meer het medeplegen van brandstichting bij het Telegraafgebouw op 26 juni 2018 blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

De brandstichting gebeurde door met een gestolen Volkswagen Caddy, gevuld met jerrycans met benzine, op het Telegraafgebouw in te rijden. Het pand raakte zwaar beschadigd. De verdachte vluchtte in een Audi die later uitgebrand is teruggevonden.

Het gerechtshof veroordeelde de verdachte voor het medeplegen van deze feiten, een fors aantal vermogensfeiten en het leiding geven aan een criminele organisatie die zich bezig hield met het stelen van auto’s en de heling daarvan. Die auto’s werden daarna geleverd aan mensen die er vervolgens strafbare feiten mee pleegden. Ook werden gestolen/geheelde auto’s afgeleverd met een jerrycan met brandbare vloeistoffen en een aansteker om de auto na gebruik in brand te kunnen steken.

Het gerechtshof legde een gevangenisstraf op van elf jaar. De verdachte heeft tegen deze uitspraak beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vroeg de Hoge Raad de veroordeling van het hof te vernietigen. In cassatie werd onder meer geklaagd over de bewezenverklaring van het medeplegen van de diefstal van de Volkswagen Caddy, het medeplegen van de brandstichting bij het Telegraafgebouw, het in brand steken van de Audi en het leiding geven aan een criminele organisatie.

Advies advocaat-generaal (AG)

De AG adviseerde de Hoge Raad de cassatieklachten te verwerpen. In verband met de te lange duur van de procedure was het advies de opgelegde gevangenisstraf te verminderen. Omdat het hof in verband met de schadevergoedingsmaatregel een gijzeling van 365 dagen heeft opgelegd terwijl het wettelijk maximum op de pleegdatum van de bewezenverklaarde feiten 360 dagen was, adviseerde de AG de Hoge Raad de uitspraak ook op dat punt aan te passen.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten van de verdachte niet slagen. Hij heeft zijn beslissing niet inhoudelijk gemotiveerd omdat de klachten niet tot vernietiging van de uitspraak van het hof kunnen leiden en geen juridische belangrijke nieuwe vragen oproepen die moeten worden beantwoord. In verband met de duur van de procedure bepaalt de Hoge Raad de gevangenisstraf op tien jaar en zes maanden. De maximale duur van de opgelegde gijzeling met betrekking tot de schadevergoedingsmaatregel wordt 360 dagen.

In de zaken tegen twee medeverdachten die door het hof zijn veroordeeld voor het medeplegen van opzetheling van de Audi die later als vluchtauto is gebruikt, is eveneens beroep in cassatie ingesteld. Zij kregen 75 dagen gevangenisstraf opgelegd. Ook deze veroordelingen, en de opgelegde straffen, blijven in stand.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2024:1530

ECLI:NL:HR:2024:1468

ECLI:NL:HR:2024:1469