Veroordelingen wegens betrokkenheid bij moord Amsterdam-West blijven in stand

10 september 2024

De veroordelingen van vier verdachten voor hun betrokkenheid bij de moord op een 27-jarige vrouw in Amsterdam-West blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

Op 16 mei 2021 vond een schietpartij plaats bij de uitgang van een parkeergarage aan de Maassluisstraat te Amsterdam. Twee schutters vuurden met automatische wapens minstens 36 kogels af op een Mercedes die de parkeergarage verliet. De bestuurder van de Mercedes, de 27-jarige vrouw, werd daarbij geraakt door een kogel in haar rug. Zij is later in het ziekenhuis aan haar verwonding overleden. Haar vriend, die naast haar in de auto zat, bleef ongedeerd. Aannemelijk is dat niet de vrouw, maar haar vriend het beoogde slachtoffer van de aanslag was. De schutters zijn na afloop in een gereedstaande Volkswagen Caddy gesprongen. Die wagen reed daarna weg en is later in brand gestoken.

Het hof heeft aan een van de schutters (verdachte Y.) en aan de bestuurder van de Volkswagen Caddy (verdachte F.) een gevangenisstrafstraf opgelegd van dertig jaar voor (onder meer) het medeplegen van moord en poging tot moord.
Twee andere verdachten kregen voor het voorbereiden van moord een gevangenisstraf van vijf en zes jaar opgelegd. Die voorbereiding bestond uit het traceren van de door de vriend van het slachtoffer gebruikte auto om daaronder een peilbaken te plaatsen.

Alle vier de verdachten hebben tegen deze uitspraken beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

In de zaak tegen verdachte Y. is onder meer geklaagd over het bewijs van ‘voorbedachte raad’ en over de afwijzing van het verzoek om de verdachte volgens het jeugdstrafrecht te berechten. In de zaak tegen verdachte F. is onder meer geklaagd over het bewijs van het ‘medeplegen' van moord, omdat hij alleen maar de vluchtwagen zou hebben bestuurd.

Ook in de zaken tegen de twee verdachten R. en V., die waren betrokken bij de voorbereiding van de moord, zijn cassatieklachten ingediend. Deze klachten komen op tegen het bewijs dat de verdachten wisten dat de peilbakens dienden voor de uitvoering van een moord.

Advies advocaat-generaal (AG)

De AG adviseerde de Hoge Raad op 28 mei 2024 de veroordelingen en de opgelegde straffen in de zaken tegen alle vier de verdachten in stand te laten.

Oordeel Hoge Raad

Zaken tegen schutter Y. en bestuurder F.
De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten in beide zaken niet slagen. Hij heeft deze klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat ze niet tot vernietiging kunnen leiden en geen juridische belangrijke nieuwe vragen oproepend die beantwoord moeten worden.

Zaken tegen de twee andere verdachten (voorbereiding tot moord)
Ook de cassatieklachten in de zaken tegen de twee andere verdachten R. en V. slagen niet. De Hoge Raad is van oordeel dat het hof toereikend heeft gemotiveerd waarom de verdachten moeten hebben geweten dat hun voorbereidingshandelingen, waaronder het plaatsen van een peilbaken, dienden voor een moordaanslag.

Met het oordeel van de Hoge Raad zijn de veroordelingen en de opgelegde gevangenisstraffen definitief.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2024:1120
ECLI:NL:HR:2024:1119
ECLI:NL:HR:2024:1118
ECLI:NL:HR:2024:1117

Wilt u nieuwsberichten van de Hoge Raad ontvangen? Abonneer u dan op de nieuwsservice van de Hoge Raad. Met deze nieuwsservice krijgt u automatisch een e-mail zodra een nieuwsbericht op onze website verschijnt. U kunt zelf kiezen welke attendering u wilt ontvangen. Meer informatie vindt u onder ‘Nieuwsservice’ op onze website www.hogeraad.nl.