Advies AG aan Hoge Raad: arbitrale uitspraken in Yukos-zaak kunnen blijven staan

11 april 2025

Het oordeel van het gerechtshof Amsterdam dat de arbitrale uitspraken in de Yukos-zaak geldig blijven, kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Vlas de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag. Het hof oordeelde dat het door de Russische Federatie gedane beroep op bedrog in de procedure tot vernietiging van de arbitrale uitspraken niet tijdig is gedaan. Andere gronden om die uitspraken te vernietigen waren eerder in de procedure al definitief verworpen.

Wat voorafging

Yukos was een Russische oliemaatschappij, waarvan Hulley Enterprises Ltd, Veteran Petroleum Ltd. en Yukos Universal Ltd (gezamenlijk en hierna: HVY) aandeelhouder waren. Yukos is in Rusland in 2006 failliet verklaard na zware belastingen van de Russische Federatie en de verkoop van dochterondernemingen.

In een door HVY tegen de Russische Federatie aangespannen arbitrage hebben de arbiters de Russische Federatie in 2014 veroordeeld tot betaling van USD 50 miljard aan HVY, omdat met de genoemde zware belastingmaatregelen is aangestuurd op het faillissement van Yukos. De arbitrage heeft in Nederland plaatsgevonden. De Russische Federatie heeft bij de Nederlandse rechter een procedure aangespannen tot vernietiging van de arbitrale uitspraken. Het hof Den Haag heeft de vordering afgewezen. Tegen die beslissing stelde de Russische Federatie beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. Bij arrest van 5 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1645) heeft de Hoge Raad alle cassatieklachten verworpen, op één na: het beroep op vermeend bedrog in de arbitrageprocedure was om onjuiste redenen door het Haagse gerechtshof onbesproken gelaten. Dit bedrog zou eruit hebben bestaan dat HVY vals zouden hebben verklaard over de zeggenschap over HVY en een getuige zouden hebben omgekocht. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof alleen op het punt van bedrog vernietigd en de zaak verwezen naar het hof Amsterdam.

Het hof Amsterdam heeft de zaak op het genoemde punt opnieuw behandeld en berecht. Het hof was van oordeel dat de Russische Federatie het beroep op bedrog te laat in de procedure bij het Hof Den Haag heeft gedaan. Pas in hoger beroep heeft de Russische Federatie zich op bedrog beroepen terwijl het vermeende bedrog al ten tijde van de procedure bij de rechtbank bij de Russische Federatie bekend was. Het hof Amsterdam heeft geoordeeld dat daarom het beroep op bedrog te laat is gedaan en daarmee in strijd is met de goede procesorde. Ten overvloede heeft het hof overwogen dat zelfs als het beroep op bedrog wel tijdig zou zijn gedaan, de arbitrale vonnissen niet anders zouden zijn uitgevallen. Het hof heeft beslist dat de arbitrale vonnissen niet op grond van bedrog moeten worden vernietigd. Daarmee bleven de uitspraken in stand.

De Russische Federatie heeft beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

Cassatieklachten en advies AG

De Russische Federatie betoogt in cassatie onder meer dat HVY als verweersters niet-ontvankelijk moeten worden verklaard omdat zij hun statutaire zetel van Cyprus naar het eiland Man hebben verplaatst en daarmee zijn opgehouden te bestaan. Daarmee is volgens de Russische Federatie reden voor schorsing van het geding. Dit betoog snijdt volgens de AG geen hout. Zowel het Cypriotische recht als dat van het eiland Man staan de zetelverplaatsing toe zonder dat sprake is van ontbinding en vereffening: de rechtspersonen bestaan dus voort. Nederland sluit zich daarbij aan. Voor schorsing van het geding is volgens de AG dan ook geen reden.

Verder is de Russische Federatie het niet eens met het oordeel van het hof dat het bedrog al in de rechtbankprocedure bekend was, maar daarop desondanks geen beroep is gedaan en ook geen goede reden is gegeven waarom het niet eerder is aangevoerd. De AG is van mening dat de Russische Federatie in haar cassatieberoep niet-ontvankelijk is op dit punt omdat tegen deze beslissing van het hof geen rechtsmiddel openstaat. In het geval de Hoge Raad daarover anders zou oordelen bespreekt de AG dit punt inhoudelijk. Eén van de argumenten van de Russische Federatie is dat zij zich pas op bedrog kon beroepen toen zij met alle feiten en omstandigheden van dat bedrog bekend was. Ook dit betoog vindt de AG onjuist. Zodra de bedrogen partij met het vermeende bedrog bekend is, moet zij daarop een beroep doen en daarmee niet wachten tot het bedrog in volle omvang bekend is geworden. Ook die klachten slagen dus niet.

De AG adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van de Russische Federatie te verwerpen. Dat betekent dat de arbitrale uitspraken tot betaling van USD 50 miljard aan HVY in stand kunnen blijven.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 17 oktober 2025.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2025:425

Wilt u nieuwsberichten van de Hoge Raad ontvangen? Abonneer u dan op de nieuwsservice van de Hoge Raad. Met deze nieuwsservice krijgt u automatisch een e-mail zodra een nieuwsbericht op onze website verschijnt. U kunt zelf kiezen welke attendering u wilt ontvangen. Meer informatie vindt u onder ‘Nieuwsservice’ op onze website www.hogeraad.nl.