Advies AG aan Hoge Raad: laat veroordeling hoofdverdachte in liquidatieproces Himalaya in stand
AG adviseert de Hoge Raad de behandeling van de zaak aan te houden om de verantwoordelijke bewindspersoon in de gelegenheid te stellen om de procedurele waarborgen van de herbeoordelingsprocedure van de levenslange gevangenisstraf nader te reguleren
De veroordeling van de hoofdverdachte in het liquidatieproces Himalaya voor onder meer meervoudige moord kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Spronken de Hoge Raad in haar conclusie van vandaag. Wel beveelt de AG de Hoge Raad aan de uitspraak op het punt van de levenslange gevangenisstraf aan te houden om de verantwoordelijke bewindspersoon in de gelegenheid te stellen de procedurele waarborgen waaraan de herbeoordelingsprocedure moet voldoen, nader te reguleren.
In de zaken tegen de andere vier verdachten vindt de AG dat in één zaak terugwijzing op zijn plaats is omdat het hof niet heeft kunnen oordelen dat sprake is van medeplegen. De veroordelingen in de zaken tegen de drie andere verdachten kunnen blijven staan.
De zaak
Het gerechtshof heeft vastgesteld dat de verdachten deel uitmaakten van een criminele organisatie die was gericht op het plegen en voorbereiden van moorden in opdracht. De werkwijze beoordeelde het hof als ‘zonder meer professioneel’. Er bestond een dodenlijst met namen en adressen van verschillende doelwitten. Binnen de organisatie werden opdrachten gegeven om doelwitten te liquideren, waarbij personen werden ingezet om hen te observeren en anderen om de liquidaties uit te voeren. Daarbij werden (gestolen) voertuigen en vuurwapens geregeld. Een groot deel van de leden van de organisatie kregen (maandelijks) betaald en van de financiën werd een boekhouding bijgehouden. De leden communiceerden met (versleutelde) PGP-toestellen en uit de aangetroffen communicatie (in de Ennetcom-data) kon een beeld worden verkregen hoe het er in de organisatie aan toe ging. De hoofdverdachte vervulde volgens het hof een spilfunctie en hij fungeerde ook als moordmakelaar. Bij één van de moorden waarbij de verdachte volgens het hof was betrokken is sprake geweest van een ‘vergismoord’ waarbij een ander is doodgeschoten dan waartoe de opdracht was gegeven. De andere vier verdachten werden door het hof veroordeeld voor hun rol bij de verschillende moorden tot gevangenisstraffen variërend tussen de acht en twee jaar. De verdachten gingen tegen deze veroordelingen in cassatie bij de Hoge Raad.
Cassatie(klachten) in de zaak tegen de hoofdverdachte
De advocaten van de hoofdverdachte vragen de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. Er is onder meer geklaagd over het oordeel van het hof dat ten aanzien van het medeplegen van de vergismoord sprake was van opzet, over de verwerping van het verweer dat er sprake is geweest van een onrechtmatige verwerking van de voor het bewijs gebruikte Ennetcom-data en over de oplegging en tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf.
Advies AG in de zaak tegen de hoofdverdachte
Opzet
Het hof heeft vastgesteld dat het door de hoofdverdachte beoogde plan om het beoogde slachtoffer te liquideren door zijn medeverdachte, de schutter, nauwgezet is uitgevoerd. De schutter moest een man liquideren waarvan bekend was dat hij in een Fiat Punto reed en die hij bijna altijd in een bepaalde straat parkeerde. Dat is ook wat de schutter heeft gedaan en de verdachte en de schutter waren – zoals kan worden afgeleid uit de door het hof gebruikte Ennetcom-berichten – in eerste instantie in de veronderstelling dat het beoogde slachtoffer inderdaad was gedood. Volgens de AG kon het hof vervolgens oordelen dat het opzet van de hoofdverdachte zich ook uitstrekte tot het doden van het slachtoffer waar het plan niet op was gericht. De aanmerkelijke kans op dit soort vergissingen van de schutter ligt volgens haar besloten in het door de hoofdverdachte vormgegeven plan. De cassatieklacht slaagt dan ook volgens de AG niet.
Verwerking Ennetcom-data
De advocaten hebben in cassatie gesteld dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de Ennetcom-data rechtmatig zijn verkregen en verwerkt en dat het hof dit oordeel niet toereikend heeft gemotiveerd.
Volgens de AG blijkt uit de vaststellingen van het hof dat in alle onderzoeken op vordering van de officier van justitie een machtiging door de rechter-commissaris is verleend om onderzoek te doen in de verkregen Ennetcom-data. Uit die machtigingen blijkt ook dat de rechters-commissarissen zich bewust zijn geweest van de (te beschermen) belangen van derden en dat zij die belangen in hun afwegingen hebben betrokken. Er zijn enkel machtigingen verstrekt als sprake was van een redelijk vermoeden van schuld, waarbij de rechter-commissaris heeft overwogen dat het ging om een verdenking van strafbare feiten die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren. De machtigingen zijn steeds beperkt tot een of meer specifieke e-mailadressen van mogelijke verdachten. Daarmee is volgens de AG voldoende invulling gegeven aan de door de Hoge Raad gestelde eisen en is het oordeel van het hof ook voldoende gemotiveerd.
Levenslange gevangenisstraf
In cassatie is ook geklaagd dat de Nederlandse wijze van tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in strijd is met het verdragsrechtelijke verbod op foltering, onmenselijke of vernederende behandeling en onmenselijke of vernederende bestraffing (artikel 3 EVRM), omdat de huidige procedure van de herbeoordeling van de levenslange gevangenisstraf niet voldoet aan de vereisten die daaraan in het kader van het EVRM worden gesteld.
Tot nu toe is steeds geoordeeld dat de herbeoordelingsprocedure, die in Nederland sinds 2017 geldt, aan die eisen voldoet. De AG vraagt zich af of dat thans, nu meer bekend is over de werking en uitvoering van deze procedure, nog het geval is. Zij signaleert daartoe in haar conclusie een aantal ontwikkelingen waaruit blijkt dat in de praktijk aan de levenslanggestrafte onvoldoende duidelijkheid wordt verschaft welke objectieve criteria worden aangelegd bij de herbeoordeling zodat hij weet aan welke vereisten hij moet voldoen om voor een mogelijke invrijheidstelling na 25 jaren in aanmerking te komen. De AG adviseert de Hoge Raad de uitspraak op dit punt aan te houden om de verantwoordelijke bewindspersoon in de gelegenheid te stellen te voorzien in een procedure die voldoet aan de criteria die het Europese Hof voor de Rechten van de Mens daaraan heeft gesteld.
Advies AG in de zaken tegen de andere verdachten
De cassatieklachten in de zaken tegen drie andere verdachten slagen volgens de AG niet. Zij adviseert de Hoge Raad die veroordelingen en de opgelegde straffen in stand te laten. In één zaak adviseert de AG de zaak terug te wijzen om op het punt van het medeplegen opnieuw te worden behandeld en berecht.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad in alle vijf zaken is (voorlopig) bepaald op 8 juli 2025.
Publicatie op rechtspraak.nl
Wilt u nieuwsberichten van de Hoge Raad ontvangen? Abonneer u dan op de nieuwsservice van de Hoge Raad. Met deze nieuwsservice krijgt u automatisch een e-mail zodra een nieuwsbericht op onze website verschijnt. U kunt zelf kiezen welke attendering u wilt ontvangen. Meer informatie vindt u onder ‘Nieuwsservice’ op onze website www.hogeraad.nl.