Hoge Raad: de cao-MBO leidt tot een verboden onderscheid tussen mannen en vrouwen bij samenloop van zwangerschaps- en bevallingsverlof met ‘overige dagen’

21 februari 2025

De cao voor het Middelbaar Beroepsonderwijs (cao-MBO) leidt tot een verboden onderscheid tussen mannen en vrouwen omdat de cao niet voorziet in compensatie voor vrouwelijke werknemers van wie het zwangerschaps- en bevallingsverlof samenloopt met ‘overige dagen’. Dat zijn dagen waarop niet gewerkt hoeft te worden maar waarvan in de cao-MBO is vermeld dat het géén vakantiedagen zijn. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld in antwoord op prejudiciële vragen.

De zaak

Eiseres in deze zaak is een docente op een school voor middelbaar beroepsonderwijs. Op haar arbeidsovereenkomst is de cao-MBO 2022-2023 van toepassing. Op grond van deze cao-MBO heeft een werknemer 30 vakantiedagen per jaar. Daarnaast zijn er nog ongeveer 30 ‘werkbare dagen’ waarop niet hoeft te worden gewerkt, maar waarvan in de cao is vermeld dat het geen vakantiedagen zijn. Deze dagen zijn in de cao aangemerkt als ‘overige dagen’. De cao-MBO bepaalt dat een werkneemster geen compensatie krijgt als haar zwangerschaps- en bevallingsverlof samenvalt met een of meer ‘overige dagen’. De docente heeft zwangerschaps- en bevallingsverlof gehad. Het verlof overlapte met dertien ‘overige dagen’. De docente heeft zich op het standpunt gesteld dat zij voor de samenloop van haar zwangerschapsverlof met deze ‘overige dagen’ recht heeft op compensatie. Correspondentie tussen de docente en de school heeft niet tot een oplossing geleid.

Procedure bij de kantonrechter

De docente en de school hebben zich gezamenlijk tot de kantonrechter gewend. De docente is van mening dat bij de ‘overige dagen’ sprake is van verlof omdat niet gewerkt hoeft te worden. Omdat dit verlof op grond van de cao-MBO bij samenloop met zwangerschaps- en bevallingsverlof niet voor compensatie in aanmerking komt, wordt zij benadeeld ten opzichte van mannelijke collega’s. Dat is volgens de docente in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling en het Burgerlijk Wetboek. Volgens de school zijn de ‘overige dagen’ geen verlofdagen, maar dagen waarop niet gewerkt hoeft te worden, net als weekenddagen en parttimedagen, waarvoor ook geen aanspraak op compensatie bestaat.

De kantonrechter heeft prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld. De prejudiciële vragen gaan erover of de regeling in de cao-MBO van de samenloop van zwangerschaps- en bevallingsverlof met ’overige dagen’ een verboden onderscheid tussen mannen en vrouwen oplevert.

Prejudiciële vragen

Een prejudiciële vraag is een vraag van een rechter aan de Hoge Raad over de uitleg van een rechtsregel. Daaraan kan behoefte bestaan als de Hoge Raad over die vraag niet eerder heeft beslist. Het moet gaan om vragen die zich voordoen in een concrete zaak die bij de rechter in behandeling is. De mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vragen is verbonden aan een aantal voorwaarden: zo moet een antwoord op de vraag of vragen nodig zijn voor het nemen van een beslissing in de betreffende zaak en moet(en) dezelfde vraag of vragen bovendien aan de orde zijn in een groot aantal (toekomstige) samenhangende zaken.

Advies advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft de Hoge Raad geadviseerd (Parket bij de Hoge Raad 17 september 2024, ECLI:NL:PHR:2024:638) over de antwoorden op de prejudiciële vragen.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad stelt op basis van (Europese) wetgeving en rechtspraak voorop dat discriminatie op grond van geslacht verboden is. Vrouwen mogen niet minder gunstig worden behandeld dan mannen ter zake van hun arbeidsvoorwaarden. Onderscheid op grond van zwangerschap is  onderscheid op grond van geslacht.

De vraag is of de ‘overige dagen’ een arbeidsvoorwaarde zijn. De Hoge Raad overweegt dat de ‘overige dagen’ in de cao-MBO in wezen niet verschillen van vakantiedagen en door werknemers ook zo zullen worden beschouwd. Het ligt dan voor de hand dat de ‘overige dagen’ in de cao-MBO een arbeidsvoorwaarde zijn. Daarvan uitgaande leidt de regeling in de cao-MBO van de compensatie van ‘overige dagen’ ertoe dat vrouwen op het vlak van arbeidsvoorwaarden minder gunstig worden behandeld dan mannen, en dat is verboden. Het compensatierecht voor overlap van zwangerschapsverlof met vrije dagen dient in de cao-MBO te worden uitgebreid, zodat deze ongelijke behandeling wordt voorkomen.

Hoe verder?

De kantonrechter zal de zaak voortzetten en in zijn uitspraak rekening houden met de antwoorden van de Hoge Raad. Ook andere rechters die in vergelijkbare zaken moeten beslissen, zullen de antwoorden van de Hoge Raad daarbij betrekken.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2025:320