Advies AG aan Hoge Raad: veroordelingen en opgelegde straffen leider en deelnemers criminele organisatie uit Oss kunnen in stand blijven
De veroordelingen en opgelegde straffen van twaalf verdachten voor het leidinggeven of deelnemen aan een criminele organisatie uit Oss die zich richtte op grootschalige handel in wapens en drugs, kunnen in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Harteveld de Hoge Raad in zijn conclusies van vandaag.
De zaak
Het gerechtshof stelde vast dat de handel werd bedreven vanuit een schuur op een woonwagenkamp in Oss. In november 2019 volgde een grote, dagenlange politieoperatie onder de naam ‘Operatie Alfa’, waarbij honderden kilo’s drugs en tientallen (automatische) wapens, honderden kogels en enkele explosieven werden aangetroffen.
Het Openbaar Ministerie (OM) bracht in totaal vijftien verdachten voor de rechter voor onder andere deelname aan een criminele organisatie, drugsdelicten, handel in vuurwapens en witwassen. In hoger beroep betrof het nog dertien verdachten. De hoofdverdachte Martien R. werd veroordeeld tot 16 jaar cel voor onder meer het leidinggeven aan de criminele organisatie; twaalf andere verdachten kregen voor hun betrokkenheid bij de strafbare feiten celstraffen variërend van 1 tot 10 jaar. Twaalf verdachten stelden daarop beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.
Cassatieklachten in de zaak tegen de hoofdverdachte
De advocaat van de hoofdverdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. Er is onder meer geklaagd over de verwerping door het hof van het (rechtmatigheids)verweer dat strekte tot niet-ontvankelijkheid van het OM, dan wel bewijsuitsluiting en/of strafvermindering omdat volgens de advocaat het doorlaatverbod is geschonden. Volgens de advocaat is er op diverse momenten door middel van het opnemen van vertrouwelijke communicatie ‘live’ meegeluisterd of door middel van camera’s ‘live’ meegekeken door de politie terwijl er wapens of verdovende middelen bij de criminele organisatie voorhanden of aanwezig waren en is er vervolgens niet ingegrepen. In de visie van de verdediging hebben politie en justitie geweten dat het doorlaatverbod van toepassing was, maar hebben zij toch niet ingegrepen door de drugs in beslag te nemen. Dat zou ertoe moeten hebben geleid dat het OM niet-ontvankelijk werd verklaard. Ook is geklaagd over het bewijs van het medeplegen van de invoer van 315,7 kg en 1561 kg cocaïne omdat de betreffende hoeveelheid cocaïne volgens de verdediging niet binnen het grondgebied van Nederland is gebracht.
Advies AG
De AG is van mening dat de cassatieklacht over het doorlaatverbod niet slaagt. De regel dat een opsporingsambtenaar goederen zoals drugs en wapens onmiddellijk in beslag moet nemen is volgens al lang bestaande jurisprudentie van de Hoge Raad niet geschreven om het belang van de verdachte te beschermen. Een klacht van de verdachte over schending van deze regel kan dus nooit tot cassatie leiden. De AG vindt dat dit zogenoemde relativiteitsvereiste nog altijd in de weg staat aan het slagen van een rechtmatigheidsverweer wegens schending van het doorlaatverbod.
Ook de cassatieklachten over het bewijs slagen volgens de AG niet. Uit de bewijsvoering van het hof blijkt dat het bewezenverklaarde binnen Nederland brengen van kilo’s cocaïne betrekking heeft op het transport naar de haven van Antwerpen via de Westerschelde. Omdat de Westerschelde Nederlands grondgebied is was de invoer in Nederland op dat moment al voltooid. De bewezenverklaring van het hof is dan ook volgens de AG toereikend gemotiveerd.
De AG adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van de hoofdverdachte te verwerpen en de cassatieklachten zonder inhoudelijke motivering af te doen omdat de klachten niet tot vernietiging van de uitspraak van het hof kunnen leiden en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen die moeten worden beantwoord.
Dit geldt ook voor de afdoening van de cassatieklachten in de zaken tegen de medeverdachten.
Volgens de AG kunnen alle veroordelingen en opgelegde straffen in stand blijven.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraken van de Hoge Raad zijn (voorlopig) bepaald op 25 maart 2025.
Het advies, een zogenoemde conclusie, van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat al dan niet te volgen. De advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.
Publicatie op rechtspraak.nl
ECLI:NL:PHR:2025:7
ECLI:NL:PHR:2025:8
ECLI:NL:PHR:2025:9
ECLI:NL:PHR:2025:10
ECLI:NL:PHR:2025:11
ECLI:NL:PHR:2025:12
ECLI:NL:PHR:2025:13
ECLI:NL:PHR:2025:14
ECLI:NL:PHR:2025:15
ECLI:NL:PHR:2025:16 (zaak tegen hoofdverdachte)
ECLI:NL:PHR:2025:17
ECLI:NL:PHR:2025:18
Wilt u nieuwsberichten van de Hoge Raad ontvangen? Abonneer u dan op de nieuwsservice van de Hoge Raad. Met deze nieuwsservice krijgt u automatisch een e-mail zodra een nieuwsbericht op onze website verschijnt. U kunt zelf kiezen welke attendering u wilt ontvangen. Meer informatie vindt u onder ‘Nieuwsservice’ op onze website www.hogeraad.nl.