Advies AG aan Hoge Raad: veroordelingen wegens medeplegen moord in Breda kunnen in stand blijven

28 januari 2025

De veroordelingen van twee verdachten wegens het medeplegen van de moord op een man op 6 januari 2017 in Breda kunnen in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Harteveld de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De zaak

Op 6 januari 2017 werd het latere slachtoffer door een van de verdachten uitgenodigd voor een feestje in een café. Toen het slachtoffer later die avond door zijn vrouw werd opgehaald, is hij op de openbare weg met dertien kogels om het leven gebracht.

De bestuurder van de vluchtauto heeft tijdens het opsporingsonderzoek via een werken-onder-dekmanteltraject aan undercoveragenten verteld over de toedracht van de moord en de rolverdeling daarbij. De verdediging heeft bepleit dat de inzet van deze undercoveragenten onrechtmatig is geweest en de verklaringen van de bestuurder niet betrouwbaar zijn. Het hof oordeelde anders en gebruikte delen van de informatie van de undercoveragenten voor het bewijs.

Het hof veroordeelde drie verdachten onder meer wegens het medeplegen van moord en legde aan alle drie een gevangenisstraf van vijftien jaar op.

Cassatie(klachten)

De advocaten van twee verdachten vragen de Hoge Raad de uitspraken te vernietigen. In cassatie hebben zij onder meer geklaagd over het undercovertraject. In de zaak tegen de derde verdachte (de schutter) zijn geen cassatiemiddelen ingebracht; in die zaak heeft de Hoge Raad op 10 december 2024 al uitspraak gedaan en het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak van het hof ten aanzien van de schutter is daarmee definitief geworden.

Advies AG

De cassatieklachten over het undercovertraject hebben betrekking op de oordelen van het hof over de verslaglegging, de bruikbaarheid van het bewijs en de betrouwbaarheid van de verklaringen van de bestuurder van de vluchtauto. De AG is van mening dat deze cassatieklachten niet slagen. Dat geldt ook voor de andere klachten die in beide zaken zijn ingebracht.

De AG adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van de verdachten te verwerpen en de cassatieklachten zonder inhoudelijke motivering af te doen omdat de klachten niet tot vernietiging van de uitspraak van het hof kunnen leiden en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen die moeten worden beantwoord. De veroordelingen en de opgelegde straffen kunnen wat de AG betreft dan ook in stand blijven.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 8 april 2025.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2025:41

ECLI:NL:PHR:2025:42

Wilt u nieuwsberichten van de Hoge Raad ontvangen? Abonneer u dan op de nieuwsservice van de Hoge Raad. Met deze nieuwsservice krijgt u automatisch een e-mail zodra een nieuwsbericht op onze website verschijnt. U kunt zelf kiezen welke attendering u wilt ontvangen. Meer informatie vindt u onder ‘Nieuwsservice’ op onze website www.hogeraad.nl.