The judgment delivered by The Hague Court of Appeal requiring the Dutch State to reduce greenhouse gas emissions by at least 25% compared to 1990 levels before the end of 2020 can be upheld. This is the advice of deputy Procurator General Langemeijer and Advocate General Wissink to the Supreme Court in their advisory opinion delivered today.
De uitspraak van het gerechtshof Den Haag dat de Nederlandse Staat de uitstoot van broeikasgassen vóór het einde van 2020 met tenminste 25 procent moet verminderen ten opzichte van 1990, kan in stand blijven. Dat adviseren plv. procureur-generaal Langemeijer en advocaat-generaal Wissink de Hoge Raad in hun conclusie van vandaag.
De Hoge Raad heeft vandaag antwoord gegeven op prejudiciële vragen over aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van aardbevingen die zich in Groningen voordoen als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld.
De Nederlandse Staat is in zeer beperkte mate aansprakelijk in de zogenoemde zaak ‘Mothers of Srebrenica’. Die aansprakelijkheid is beperkt tot 10 procent van de geleden schade van ongeveer 350 slachtoffers. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
The Dutch State bears very limited liability in the ‘Mothers of Srebrenica’ case. That liability is limited to 10 percent of the damages suffered by the surviving relatives of approximately 350 victims. That is what the Supreme Court ruled today.