Co-ouders kunnen beiden de inkomensafhankelijke combinatiekorting genieten als zij de zorg voor kinderen gelijk verdelen in een duurzaam ritme. Aan dit criterium is doorgaans voldaan als een kind behoort tot het huishouden van een van de ouders en het kind doorgaans ten minste 3 tot 3,5 dag per week verblijft in het huishouden van de andere ouder, maar het kan ook een ander duurzaam ritme zijn. De beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 maart 2019 waarin werd geoordeeld dat een omgangsregeling die voorzag in een ander tweewekelijks schema niet aan deze voorwaarde voldoet, blijft niet in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag bepaald.