Vanwege lacunes in de huidige strafrechtelijke wetgeving formuleert de Hoge Raad uitgangspunten voor de omgang met grote hoeveelheden gegevens die in het kader van de opsporing beschikbaar zijn gekomen, waarvan een deel vermoedelijk onder het verschoningsrecht van een geheimhouder valt. Ook beantwoordt de Hoge Raad prejudiciële vragen die het hof ‘s-Hertogenbosch heeft gesteld. Kern van deze uitspraak is dat de rechter-commissaris bij de omgang met deze gegevens een grotere rol krijgt.