De veroordeling van de man die ervan wordt verdacht zijn ex-vriendin om het leven te hebben gebracht en haar lichaam in de Muidertrekvaart te hebben achtergelaten, kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Aben de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
Advocaat-generaal (AG) Harteveld vordert namens de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad geen herziening in de zaak die bekendstaat als de ‘Butlermoord’. Het advocatenechtpaar Knoops (hierna: de verzoekers) had de PG daartoe verzocht na het overlijden van de gewezen verdachte in deze zaak.
De veroordeling van een man wegens doodslag op Patrick van Dillenburg in januari 2002 en het wegmaken van zijn stoffelijk overschot, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
Kan het overlijden van een vrouw redelijkerwijs nog als gevolg van de gedraging van de verdachte – het schieten met een pistool – worden toegerekend als de vrouw besluit om niet te worden behandeld aan de na de schotwond opgelopen longinfectie? Die vraag werd in 1996 voorgelegd aan de Hoge Raad die de vraag bevestigend beantwoordde. Dit arrest met de naam ‘niet behandelde longinfectie’ is vandaag gepubliceerd op rechtspraak.nl.