Tot 1971 was het in Nederland niet eenvoudig om te scheiden. Scheiden was alleen mogelijk als sprake was van een van de vier volgende echtscheidingsgronden: overspel, curatele op grond van verkwisting, veroordeling tot een gevangenisstraf wegens misdrijf van vier jaar of meer en mishandeling. Als geen van deze gronden aanwezig was, was echtscheiding niet mogelijk. Als men toch wilde scheiden, moest er een rechtsgeldige grond worden verzonnen.