Het gebruik van een onjuiste tekst bij de beëdiging van een aantal raadsheren en raadsheren-plaatsvervangers in het gerechtshof ’s-Hertogenbosch hoeft niet te leiden tot vernietiging van de uitspraken in de zaken die deze raadsheren (mee) hebben behandeld en beslist. Tot die conclusie komt de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad, Edwin Bleichrodt, in twee vorderingen cassatie in het belang der wet die vandaag zijn ingediend; één in een strafzaak en één in een belastingzaak.