Strafrechtelijke vervolging bewindspersonen of Kamerleden
De procureur-generaal kan ambtsmisdrijven en ambtsovertredingen strafrechtelijk vervolgen.
Vanouds bepaalt de Grondwet (artikel 119) dat bewindspersonen of Kamerleden die ambtsmisdrijven begaan, worden berecht door een bijzonder forum.
Als bijzonder forum is de Hoge Raad aangewezen. De Hoge Raad spreekt in deze zaken recht met tien leden. De Hoge Raad doet uitspraak in eerste en laatste instantie. Dat wil zeggen dat er tegen de uitspraak van de Hoge Raad geen hoger beroep of beroep in cassatie kan worden ingesteld.
De procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad is belast met de strafrechtelijke vervolging van ambtsmisdrijven en ambtsovertredingen van bewindspersonen en Kamerleden (artikel 111, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wet op de rechterlijke organisatie). Ambtsmisdrijven en ambtsovertredingen zijn strafbare feiten die zijn gepleegd door bewindspersonen of parlementsleden in verband met hun functie.
De PG kan niet naar eigen inzicht tot strafvervolging overgaan. Hij moet daartoe eerst opdracht krijgen: of bij Koninklijk Besluit (door de regering), of door een besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zo’n opdracht is tot nu toe nog nooit gegeven.
In 2017 is door de minister van Veiligheid en Justitie een protocol vastgesteld waarin is omschreven hoe wordt omgegaan met aangiftes over ambtsdelicten van bewindspersonen die binnenkomen bij een minister, het Openbaar Ministerie of de PG.
De PG kan de minister van Justitie en Veiligheid informeren over de vraag of er aanknopingspunten zijn voor een opsporingsonderzoek.
Protocol
Er is door de minister van Justitie en Veiligheid een protocol vastgesteld waarin is omschreven op welke wijze wordt omgegaan met aangiftes betreffende ambtsdelicten van bewindspersonen die binnenkomen bij een minister, het Openbaar Ministerie of bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad.
Rapporten
Rapporten van oriënterende onderzoeken naar aanleiding van aangiften tegen bewindspersonen of Kamerleden.