Schorsing en ontslag van rechters
In de verslagperiode heeft de procureur-generaal twee gevallen voorgelegd aan de Hoge Raad.
In de eerste zaak ging het om een rechter die wegens ziekte langdurig en volledig arbeidsongeschikt was. Duurzame re-integratie was niet binnen een redelijke termijn te verwachten. De Hoge Raad oordeelde dat was voldaan aan de voorwaarden voor ontslag wegens ziekte en verleende op die grond het ontslag (HR 23 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1310).
De tweede zaak ging om een voormalig rechter in opleiding (rio) die in het kader van de opleiding tevens was benoemd tot rechter-plaatsvervanger. De betrokkene werd niet meer ingezet als plaatsvervanger omdat de opleiding was beëindigd vanwege een negatieve eindbeoordeling.
Rechters-plaatsvervangers verrichten hun werkzaamheden op basis van oproep door het bestuur van het gerecht. Sinds een aantal jaren kent de wet de mogelijkheid dat een rechter-plaatsvervanger wordt ontslagen door de Hoge Raad indien hij gedurende twee jaar niet is opgeroepen. Doordat het gerechtsbestuur beslist over het al dan niet oproepen van een plaatsvervanger heeft het bestuur zelf in de hand dat de voorwaarde voor ontslag in vervulling gaat. Dit kan op gespannen voet komen te staan met de (interne) rechterlijke onafhankelijkheid.
In 2021 heeft de Hoge Raad zich voor het eerst uitgesproken over de ontslaggrond “twee jaar niet opgeroepen” (HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1995 en ECLI:NL:HR:2021:1996). De Hoge Raad heeft overwogen dat deze ontslaggrond niet mag worden aangewend op een manier die afbreuk kan doen aan de rechterlijke onafhankelijkheid. Daarom is het enkele feit dat het gerechtsbestuur een plaatsvervanger gedurende twee jaar niet heeft opgeroepen niet voldoende voor ontslag. In aanvulling daarop moet sprake zijn van een voldoende zwaarwegende reden, gelegen in verklaringen of gedragingen van de plaatsvervanger of andere omstandigheden die hem betreffen, die de indiening en toewijzing van het ontslagverzoek rechtvaardigen.
In dit geval heeft de procureur-generaal het ontslag gevorderd op de grond “twee jaar niet opgeroepen”. De betrokkene wordt niet meer opgeroepen vanwege de onvoldoende opleidingsresultaten. Dit is volgens de procureur-generaal een voldoende zwaarwegende reden, die ontslag rechtvaardigt. De Hoge Raad heeft in 2023 uitspraak gedaan en het ontslag verleend (ECLI:NL:HR:2023:328).
- Voorwoord
-
Een zaak van begin tot eind
-
De Hoge Raad
- Contacten met de wetgever
-
Het parket bij de Hoge Raad
- Cassatie in het belang der wet
- Herziening
- Schorsing en ontslag van rechters
- Strafrechtelijke vervolging van bewindspersonen of Kamerleden
- Toezicht op het Openbaar Ministerie
- Toezicht verwerking persoonsgegevens gerechten en parket bij de Hoge Raad
- Externe klachtzaken
- Interne klachtzaken
- Aanwijzen ander gerecht
- Betekening van exploten
- Samenstelling Parket 31-12-2022
- Overige correspondentie
-
Bedrijfsvoering
-
Annual report
- The Supreme Court
- The Civil Division
- The Criminal Division
- The Tax Division
- Law of the European Union
- The Fourth Division
- Internal complaint cases
- Contacts with the legislator
- The Procurator General’s Office at the Supreme Court
- Cassation in the interest of the law
- Review
- Supervision of the Public Prosecution Service (OM)
- Right of complaint (external authority)
- Other correspondence