Catelijne Caminada, raadsheer

006jaarverslag

“Kan ik zijn beslissing begrijpen?”

“Je bent als raadsheer in de strafkamer geen eenling; je maakt deel uit van de strafkamer. Wij zijn verantwoordelijk voor de bewaking van de rechtseenheid, voor rechtsvorming en natuurlijk voor een eerlijke uitkomst in strafzaken. Dat doen we aan de aan de hand van uitspraken in individuele strafzaken, maar uiteindelijk richten we onze blik op iets groters. Rechters kijken als het goed is in toekomstige zaken naar de richting die wij hebben aangegeven. Ik ben begonnen als politierechter in Almelo, dus ik weet heel goed dat rechters hun onafhankelijkheid koesteren. De feitenrechter kan maatwerk leveren en in sommige gevallen kan hij denken: Den Haag is héél ver weg. Dat kan best tot een eerlijke of een gedurfde uitspraak leiden, maar bezien vanuit de taak van de Hoge Raad is het belangrijk dat gelijke gevallen zo gelijk mogelijk worden behandeld.”

Feiten

“Ik zal een rechter nooit zomaar aanspreken op een beslissing die hij heeft genomen. Wij vinden alleen iets als een zaak aan ons wordt voorgelegd, en dat is voor verdachten nog zo eenvoudig niet. Je hebt in strafzaken verplicht een advocaat nodig in cassatie en je kunt ook niet in algemene zin aan de Hoge Raad vragen: kijk nog eens naar mijn zaak. Je kunt niet klagen: ik heb het niet gedaan of ik vind de straf te hoog. Je kunt bij ons alleen maar klagen dat de rechter die jou heeft veroordeeld, en een straf heeft opgelegd, dat niet goed heeft gedaan. Dat betekent dat ik als raadsheer niet op dezelfde manier naar de feiten kijk als de rechtbank of het hof. In cassatie kijken we naar de uitleg en de toepassing van het recht en de manier waarop de vorige rechter de uitspraak heeft gemotiveerd."

004jaarverslagdeze

Niet-ontvankelijk

“Om de enorme stroom aan zaken efficiënt te verdelen in zaken die de aandacht van de Hoge Raad verdienen en zaken waarbij dat niet zo is, heeft de wetgever de wetsartikelen 80a en 81 Wet rechterlijke organisatie in het leven geroepen. Cassatieberoepen kunnen op grond van die artikelen snel na binnenkomst niet-ontvankelijk worden verklaard (80a) of worden verworpen (81). Het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad selecteert de zaken die mogelijk voor 80a-afdoening in aanmerking komen, maar uiteindelijk kijken ten minste drie raadsheren naar dat advies en de zaak. Het gebeurt regelmatig dat wij een zaak toch niet geschikt vinden om verkort af te doen met toepassing van 80a. Dan vragen we eerst een conclusie aan het parket. Het parket kan ook zelfstandig beslissen dat de zaak een conclusie verdient. Daarna bestaat nog steeds de mogelijkheid om de zaak kort af te doen, maar in veel gevallen volgt er dan een uitgebreid gemotiveerd arrest.”

Rolraadsheer

“Bij de Hoge Raad worden procedures schriftelijk gevoerd, zittingen zijn er bijna niet. We bespreken de zaken als raadsheren grondig met elkaar en doen meestal schriftelijk uitspraak. Dat was voor mij één van de redenen om mij een jaar geleden kandidaat te stellen voor het rolraadsheerschap. De rolraadsheer zorgt ervoor dat op de dag van uitspraak de zaken procedureel goed lopen. Ik beslis bijvoorbeeld over verzoeken van advocaten. Natuurlijk gaat veel digitaal via ons portaal en tachtig procent is standaard, maar je krijgt ook ingewikkelde vragen over de procedure of spoedkwesties. En op verzoek doen we mondeling uitspraak. Ik vind dat een aantrekkelijke kant van het werk.”

Stukjes

“We proberen in zo normaal mogelijk Nederlands uitspraken te doen, maar dat is niet zo gemakkelijk in cassatiezaken. De vragen die wij krijgen voorgelegd zijn vaak nogal technisch. Het punt is: met simpele formuleringen loop je het gevaar dat de tekst op verschillende manieren wordt uitgelegd. Wij schrijven een arrest niet alleen voor de zaak die speelt, maar ook voor de rechtseenheid en de rechtsvorming. We zijn bang dat onze boodschap niet goed overkomt als we onze juridische taal loslaten. Je zou ook het tegenovergestelde kunnen beweren hoor. We hebben de laatste tijd geëxperimenteerd met het schrijven van voorafgaande stukjes boven een arrest. In een paar regels schrijven we dan in gewonemensentaal waar het om gaat. Ik denk dat we dat in de toekomst meer gaan doen.”