Madhvi Ramparichan, wetenschappelijk medewerker
"Ik heb de master Bedrijfsrecht gedaan en ben vervolgens in de advocatuur gaan werken in het faillissementsrecht. Ik ben daarna aan de Universiteit Utrecht gepromoveerd en aan het eind van dat traject ben ik bij de Hoge Raad voor het parket aangenomen. Ik heb hier gesolliciteerd, mede omdat ik dacht dat ik door mijn ervaring in de procespraktijk en wetenschap goed beslagen ten ijs zou komen voor het werk bij het parket."
"Ik ben begonnen voor AG Assink, die zich specialiseert in het ondernemingsrecht. Daarna heb ik voornamelijk personen-familierecht gedaan voor AG Lückers en nu werk ik voor AG Wesseling - Van Gent op het gebied van procesrecht. Zij is in haar laatste jaar bij het parket, dus binnenkort moet ik weer wisselen. Dat is altijd een spannende tijd, want het is de vraag voor welke AG met welke specialisatie ik ga werken. Dat is het interessante van hier werken; de focus ligt bij een wisseling weer op een ander rechtsgebied, waardoor het lijkt alsof je van baan wisselt en je in korte tijd enorm moet ontwikkelen in en leren van een ander rechtsgebied."
Wat is het bijzondere aan werken bij de Hoge Raad?
"Het voorbereiden van een conclusie is diepgaand juridisch werk op zaaksniveau met een zaaksoverstijgend belang. De mensen die hier werken hebben daarom ook een diepgaand rechtsgevoel waar ik veel van leer. Ook heb ik een andere bijzondere eigenschap moeten ontwikkelen: ik noem dat ‘juridische creativiteit’."
"Bij de voorbereiding in een zaak begin ik met het bestuderen van het procesdossier en de van belang zijnde materie. Het interessantste voor mij zijn de zaken waar er nog open rechtsvragen zijn die nog niet eerder door de Hoge Raad zijn beantwoord. Dan moet met de AG een richting worden bepaald. Hoe gaan we de rechtsvraag in de conclusie beantwoorden? Kunnen we aanhaken bij eerdere zaken, andere leerstukken of rechtsgebieden, de parlementaire geschiedenis, de rechtswetenschap, etc. of zien we een andere route? In sommige zaken bepleit je dan om de huidige richting van het recht te bevestigen en in andere zaken zien we reden om een andere weg te bepleiten. Ik zet dan in mijn voorbereidende notitie zo veel mogelijk alle aspecten van de zaak en het toepasselijk recht uiteen. Bij de voorbereiding van de conclusie moet je daarom in mijn ogen een gedegen kennis van het recht(systeem) opbouwen, de gevolgen voor de praktijk onder ogen zien en voormelde creativiteit hebben bij het aandragen van mogelijke oplossingen. Ik kan ook echt met trots een conclusie lezen waar veel werk en discussie met de AG en teamgenoten aan vooraf is gegaan. Het is daarna natuurlijk altijd spannend hoe de Hoge Raad uiteindelijk de zaak aanpakt en wat de reactie van de praktijk is."
"Het werk voor het wetenschappelijk bureau is een mooie leerschool. Door de verschillende stijlen van de AG’s, sommigen hebben een zakelijke schrijfstijl en anderen een meer persoonlijke stijl, leer ik in een relatief korte periode erg veel. Ik pas me persoonlijk aan de stijl van de AG aan, omdat ik daardoor en door het commentaar op mijn werk ook zelf veel leer."
"Het interessantste voor mij zijn de zaken waar er nog open rechtsvragen zijn die nog niet eerder door de Hoge Raad zijn beantwoord."
Hoe gaat de samenwerking met de AG?
"De samenwerking verschilt per AG, maar is zeker ook afhankelijk van de zaak. Sommige AG’s vinden het fijn om in de voorbereidende fase te overleggen, andere AG’s willen graag zonder al te veel vooroverleg zelf eerst op de zaak ‘broeden’. Het is mijn taak om de zaak te analyseren en een voorbereidende notitie te schrijven die als basis of concept voor de conclusie kan dienen voor het opvolgend proces van de AG. In de andere sectoren heet het werk van de WB-er ook een concept-conclusie."
"Het was voor mij zelf een leerpunt om in het proces van de voorbereiding tijdig hulp te vragen en te overleggen. Een overleg met de AG, mijn teamgenoten, maar ook kamer- en etagegenoten bij discussiepunten in de zaak is belangrijk en wordt ook altijd op prijs gesteld. Dat overleg biedt soms net een ander perspectief waardoor je weer met een frisse blik naar de zaak kan kijken."
Je doet dit nu vier jaar, en dan?
"Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag voor mij. Veel WB-ers worden rechter-in-opleiding en gaan verder in de rechtspraak. De advocatuur of wetenschap zijn ook veel gevolgde routes. Zelf sta ik er wat meer open en filosofisch in: ik probeer te genieten van dit moment, zo veel mogelijk mijzelf te ontwikkelen en als ik klaar ben om verder te gaan, zie ik wel wat een goede stap is voor mij, ook afhankelijk van de kansen die op mijn pad komen. Als je mij als student verteld had dat ik bij de Hoge Raad zou werken als wetenschappelijk onderzoeker, dan had ik je ook niet geloofd. In de tussentijd is het fijn dat ik voor mogelijke carrièrestappen advies aan andere WB-ers en aan AG’s kan vragen."
Wat is het nut van je werk?
"Het nut van het voorbereidend werk is een basis bieden voor de AG om de zaak te behandelen en ook als klankbord te dienen bij de behandeling van de zaak. Het nut van de conclusie op zichzelf is veelzijdig. De conclusie is een advies van de AG voor de Hoge Raad en kan heel breed worden ingestoken. Aan dat advies draag ik met plezier en trots bij. We zijn hier voor het bevorderen van rechtseenheid, rechtszekerheid en rechtsontwikkeling. Het komt in de kern neer op de vraag: is het recht goed toegepast en is de uitspraak begrijpelijk gemotiveerd? Het belang van het werk van de Hoge Raad is dan ook vaak (meer) duidelijkheid scheppen in ingewikkelde vraagstukken als de zaak zich daarvoor leent."
"De Hoge Raad kan beslissen of een inhoudelijke beslissing over een bepaald leerstuk (op dit moment) nodig is in de zaak, maar het civiele parket heeft die keuze niet en behandelt alle zaken inhoudelijk. Ik vind zelf het nut van de conclusie dan ook liggen in het feit dat partijen altijd een inhoudelijke behandeling krijgen van hun zaak en zo het gevoel krijgen dat ze gehoord worden in hun klachten. Partijen kunnen ook reageren op de conclusie via een zogeheten Borgersbrief en dat lezen we ook goed om te beoordelen of we niets belangrijks gemist hebben in de conclusie."
- Voorwoord
-
Een zaak van begin tot eind
- Ashe Sahebdin, dossierbehandelaar
- Timon Tisseur, gerechtssecretaris
- Madhvi Ramparichan, wetenschappelijk medewerker
- Sanaz Kousedghi, wetenschappelijk medewerker
- Ton Hartlief, advocaat-generaal
- Annemarie ter Heide, raadsheer
- Rachel Prevoo, documentalist
- Hester Wattendorff en Edgar du Perron, persraadsheren
-
De Hoge Raad
- Contacten met de wetgever
-
Het parket bij de Hoge Raad
- Cassatie in het belang der wet
- Herziening
- Schorsing en ontslag van rechters
- Strafrechtelijke vervolging van bewindspersonen of Kamerleden
- Toezicht op het Openbaar Ministerie
- Toezicht verwerking persoonsgegevens gerechten en parket bij de Hoge Raad
- Externe klachtzaken
- Interne klachtzaken
- Aanwijzen ander gerecht
- Betekening van exploten
- Overige correspondentie
- Samenstelling parket 31-12-2023
-
Bedrijfsvoering
-
Annual report
- The Supreme Court
- The Civil Division
- The Criminal Division
- The Tax Division
- Law of the European Union
- The Fourth Division
- Internal complaint cases
- Contacts with the legislator
- The Procurator General’s Office at the Supreme Court
- Cassation in the interest of the law
- Review
- Supervision of the Public Prosecution Service (OM)
- Right of complaint (external authority)
- Other correspondence