De Hoge Raad in de samenleving

De kern van de maatschappelijke taak van de Hoge Raad is het waarborgen van de rechtseenheid, het bevorderen van de rechtsontwikkeling en het bieden van rechtsbescherming aan mensen en organisaties. Om zijn taak in een veranderende samenleving goed te kunnen blijven uitoefenen, is het van belang dat het werk van de Hoge Raad en het parket bij de Hoge Raad zijn weg vindt in de samenleving. Hieronder wordt toegelicht hoe de gemeenschappelijke organisatie van de Hoge Raad zich daarvoor in 2024 heeft ingezet.

Een open huis

Rechtszaken zijn in Nederland openbaar en dat maakt dat de Hoge Raad ook ruimtes heeft die toegankelijk zijn voor het publiek: onze zittingszalen. Wanneer mensen zich melden voor het bijwonen van een openbaar pleidooi of een uitspraak, zijn zij welkom. Soms biedt de Hoge Raad de mogelijkheid om een zitting via een livestream te volgen. In 2024 waren er drie openbare zittingen die gestreamd werden om belangstellenden in staat te stellen de zittingen te volgen zonder fysiek in Den Haag aanwezig te zijn. Daarbij ging het om zaken waarvan bekend was dat er veel belangstelling voor zou zijn. Dit betrof de uitspraak van de Hoge Raad in twee zaken over het openstellen van het huwelijk tussen personen van gelijk geslacht in Aruba en Curaçao op 12 juli 2024,  de uitspraak van de Hoge Raad in vijf zaken over de heffing van inkomstenbelasting in box 3 na invoering van de Wet rechtsherstel box 3 op 6 juni 2024 en het pleidooi in de zaak die betrekking heeft op de uit- en doorvoer van onderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen naar Israël op 6 september 2024.

Scholieren, studenten aan hogescholen, universiteiten en beroepsopleidingen, advocaten en anderen in groepen kunnen op afspraak een bezoek brengen aan de Hoge Raad en dit vindt geregeld plaats. Doel van de bezoeken is om inzicht te krijgen in onze werkzaamheden en belangstelling te kweken voor het werk van de Hoge Raad en het parket bij de Hoge Raad.

Jaarlijks organiseert de Hoge Raad een open dag op een zaterdag. Tijdens deze dag is er in beide zittingszalen een dagprogramma, waarbij het publiek in gesprek kan gaan met advocaten-generaal, raadsheren, de procureur-generaal bij en de president van de Hoge Raad. Tijdens deze dag worden de bijzondere zaken die bij de Hoge Raad speelden toegelicht en kan het publiek meedoen aan zogeheten raadkamerspelen. Sinds 2023 organiseren de partijen die deelnemen aan de Week van de Rechtsstaat gezamenlijk hun open dagen, onder de naam ‘Rondje Rechtsstaat’. De Hoge Raad verwelkomde in 2024 in juni ongeveer 1000 bezoekers.

Tijdens de Week van de Rechtsstaat organiseerde de Hoge Raad op 5 juni 2024 een openbare bijeenkomst onder de naam: ‘Wat betekent de rechtsstaat voor jou?’. Thema’s die besproken werden waren hoe belangrijk het is om grip op je eigen leven te ervaren en hoe regelgever, uitvoerder en burger uiteenlopende perspectieven op het recht hebben. De opbrengsten van de bijeenkomst werden gedeeld met de organisatoren van de Dag van de Wetgeving, die hieraan een aparte workshop wijdden.

De Hoge Raad ontvangt ten slotte veel buitenlandse bezoekers. Delegaties van rechters en leden van buitenlandse parketten spreken met hun evenknieën in Nederland om van elkaar te leren en ideeën en ervaringen uit te wisselen. Zo bracht in december 2024 een delegatie uit Indonesië een bezoek aan de Hoge Raad, in het kader van de samenwerking tussen Mahkamah Agung (de Hoge Raad van Indonesië) en de Hoge Raad.

Contacten met andere gerechtelijke instanties

Als cassatierechter kan de Hoge Raad in de cassatieprocedure beoordelen of in een uitspraak in vorige instantie het recht juist is toegepast, de beslissing toereikend is gemotiveerd en de procedure op de juiste wijze is gevolgd. Een uitspraak van de Hoge Raad toont de uitkomsten van die beoordeling en is daarmee tevens een middel waarmee de Hoge Raad zijn kerntaken vervult. Als er binnen de rechtspraak in feitelijke instanties onduidelijkheid bestaat over de wijze waarop een rechtsregel moet worden uitgelegd en toegepast, kan de Hoge Raad helderheid bieden door aan de hand van een concrete zaak die uitleg en toepassing te verduidelijken. De prejudiciële procedure biedt rechters in feitelijke instanties de mogelijkheid om al in een lopende zaak de Hoge Raad daarom te vragen. De Hoge Raad vindt het van belang dat zijn uitspraken hun weg vinden in de rechtspraktijk en onderhoudt ook daarom contacten met de gerechten in feitelijke instanties. Over aanhangige zaken kan het daarbij niet gaan. Centraal staat het uitwisselen van meer algemene informatie en het delen van ervaringen, met als doel de kwaliteit van de rechtspraak in algemene zin te dienen.

De Hoge Raad is de hoogste rechtsprekende instantie zowel voor Nederland (in Europa) als voor de overzeese gebieden van het Koninkrijk der Nederlanden: Aruba, Curaçao, Sint Maarten, en Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De Hoge Raad onderhoudt diverse contacten met de rechtspraktijk in deze gebieden. Ieder jaar bijvoorbeeld brengt de president van de Hoge Raad of de procureur-generaal bij de Hoge Raad een werkbezoek aan het Caribisch deel van het Koninkrijk. Daarbij worden ook informatie en ervaringen uitgewisseld over de rechtspraak in de samenleving. In 2024 heeft de procureur-generaal een werkbezoek gebracht.

Eind 2024 was het 70 jaar geleden dat het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in werking trad. In oktober 2024 werd in Den Haag het symposium ‘Verbondenheid. 70 jaar Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden’ georganiseerd door de Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Aruba. Tijdens het symposium werd gereflecteerd op de betekenis van 70 jaar Statuut voor de landen binnen het Koninkrijk en werd gesproken over de toekomstige relatie tussen de landen. De president van de Hoge Raad hield tijdens het symposium een toespraak waarin zij inging op de wijze waarop de verbondenheid tussen de landen via het Statuut uitwerkt in de rechtspraak. Zij sprak over de organisatie van de rechtspraak in het Koninkrijk en deelde enkele observaties over de werking van de rechtspraak in de praktijk.

In Nederland werken, net als in landen om ons heen, Europees recht en internationale verdragen in toenemende mate door in de nationale rechtsorde. De Hoge Raad staat in contact met andere hoogste rechters binnen en buiten de Europese Unie. Dit biedt de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen over de toepassing van het Europese en het internationale recht en een dialoog te voeren over actuele maatschappelijke thema’s die een rol spelen in de rechtspraak. De president neemt deel aan internationale netwerken in de rechtspraak, zoals het netwerk van presidenten van de hoogste judiciële gerechten van de Europese Unie (Network of Presidents of the Supreme Judicial Courts of the European Union) en de Conference of European Constitutional Courts (CEEC). De foto toont een working session in de Network-conferentie van 2024 in Athene.

Ook de procureur-generaal bij de Hoge Raad neemt deel aan overleg in Europees verband, bijvoorbeeld in het kader van het NADAL netwerk van procureurs-generaal bij de hoogste gerechten.

Working session in de Network-conferentie van 2024 in Athene

Er vinden regelmatig werkbezoeken plaats van leden van de raad en het parket aan buitenlandse gerechtelijke instanties. In 2024 is een werkbezoek gebracht aan het Constitutionele Hof in Karlsruhe, Duitsland (Bundesverfassungsgericht), het Hooggerechtshof van het Verenigd Koninkrijk in Londen (Supreme Court of the United Kingdom) en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Hier vindt een dialoog plaats over de rechtspraak aan de hand van concrete thema’s, zoals de democratische rechtsstaat, de bescherming van fundamentele rechten en actuele ontwikkelingen.

In 2024 heeft de Hoge Raad diverse buitenlandse delegaties ontvangen en gastvrijheid verleend in het kader van een werkbezoek van het Constitutionele Hof van Letland aan de Hoge Raad.

Voortdurende samenwerking met Hooggerechtshof van Indonesië en het Hof van Justitie van Suriname

Een langdurige samenwerking met het Hooggerechtshof van Indonesië (Mahkamah Agung) werd in 2024 bestendigd met nieuwe afspraken (in een Memorandum of Understanding). De wederzijdse uitwisseling van kennis en ervaring wordt door beide partijen al lang als zeer waardevol ervaren.

De Hoge Raad en het Hof van Justitie van Suriname onderhouden een samenwerkingsrelatie in het belang van de rechtspleging in de rechtsstaat. Het recht in Suriname maakt deel uit van de Nederlandse rechtsfamilie. In Suriname wordt geregeld gebruikgemaakt van rechtsbronnen uit Nederland. Werkbezoeken en (digitale) bijeenkomsten waarbij raadsheren en advocaten-generaal deelnemen aan kennisuitwisseling, bieden ondersteuning bij het waarborgen en bevorderen van rechtsvorming, rechtseenheid en rechtsbescherming in beide landen. Het Hof van Justitie heeft  toegang tot het Kennisplein, het juridische digitale platform van de Hoge Raad waar openbare kennisbronnen te raadplegen zijn. In 2024 vond een congres plaats in Paramaribo dat in het teken stond van het 155-jarig bestaan van de rechtspraak in Suriname. Tijdens het congres, dat was georganiseerd door het Hof van Justitie van Suriname, hielden de president van de Hoge Raad en de procureur-generaal bij de Hoge Raad toespraken over de waarde van de rechtspraak in de samenleving en het bouwwerk van de democratische rechtsstaat. De procureur-generaal sprak ook met een groep Surinaamse rechters in opleiding. Advocaat-generaal Lodewijk Valk werd in 2024 in Suriname benoemd tot Commandeur in de Ereorde van de Palm wegens zijn verdiensten voor het Surinaamse recht, in het bijzonder de Surinaamse rechtspraak.

Heldere taal

Conclusies van het parket bij de Hoge Raad en uitspraken van de Hoge Raad kunnen een grote impact hebben op de samenleving. Die impact wordt vergroot als mensen begrijpen wat er in deze conclusies en uitspraken staat. De eisen van precisie en zorgvuldigheid staan echter soms op gespannen voet met de eis van begrijpelijkheid. Om te werken aan een grote mate van begrijpelijkheid organiseert de Hoge Raad jaarlijks voor nieuwe medewerkers trainingen waarin zij leren hoe ze begrijpelijk kunnen schrijven voor niet-juristen. Over veel zaken worden daarnaast nieuwsberichten gemaakt die tot doel hebben de conclusie of uitspraak (die in geanonimiseerde vorm wordt gepubliceerd op www.rechtspraak.nl) begrijpelijker te maken voor de media en het algemene publiek.

Eén van de bijzondere taken van de procureur-generaal is het behandelen van klachten over het gedrag van rechters. Per jaar ontvangt hij hierover meer dan 100 brieven. Voor veel mensen is echter niet precies duidelijk welke klachten wel en welke niet in behandeling kunnen worden genomen. Om briefschrijvers goed voor te lichten heeft een groep medewerkers een informatieve folder geschreven. In toegankelijke taal krijgt iemand die klaagt of wil klagen over een rechter daarin uitgelegd hoe de regeling werkt.

In 2024 heeft de Hoge Raad een zogeheten spiegelbijeenkomst gehouden om aan een groep ‘gebruikers’ van onze uitspraken te vragen wat zij van de begrijpelijkheid vonden. De groep, bestaande uit rechters, advocaten, officieren van justitie en medewerkers van (consumenten)organisaties, gaf zeer nuttige feedback, die de Hoge Raad gaat gebruiken in zijn streven naar heldere taal.

Publicatie oude arresten

De Hoge Raad ziet het maatschappelijk belang van, en ook zijn maatschappelijke taak in, het (gratis) online beschikbaar stellen van oude arresten van vóór het jaar 2000. In 2019 publiceerde de Hoge Raad de eerste 150 oude arresten, inclusief de bijbehorende conclusies indien voorhanden of indien genomen. In de daaropvolgende jaren, en ook in 2024, ging de Hoge Raad hiermee door. In totaal zijn er in 2024 meer dan 300 oude arresten gepubliceerd op rechtspraak.nl. Via nieuwsberichten verstrekte de Hoge Raad in 2024 met regelmaat informatie over de gepubliceerde oude arresten in de achterliggende periode.

Digitaal procederen in civiele prejudiciële procedures

Met ingang van 1 mei 2024 is de Hoge Raad gestart met het verplicht digitaal procederen in civiele prejudiciële procedures. Civiele prejudiciële procedures zijn procedures waarin een rechtbank of gerechtshof in een civiele zaak op verzoek van partijen of ambtshalve beslist een rechtsvraag te stellen aan de Hoge Raad. Dit kan als het antwoord op deze rechtsvraag van belang is voor een groot aantal andere zaken die bij rechtbanken of gerechtshoven spelen.

De verplichting tot digitaal procederen geldt voor partijen die zich via een civiele cassatieadvocaat bij de Hoge Raad in de prejudiciële procedure melden. Zodra partijen een cassatieadvocaat hebben gesteld, verloopt in beginsel alle communicatie via het webportaal. Als anderen dan partijen door de Hoge Raad in de gelegenheid worden gesteld om schriftelijke opmerkingen te maken, moet dat ook via het webportaal. Voor de rechtbanken en gerechtshoven bestaat de mogelijkheid om de prejudiciële vragen digitaal in te dienen, maar dit is niet verplicht.

Er was al sprake van verplicht digitaal procederen in civiele vorderings- en verzoekprocedures bij de Hoge Raad. Met het verplicht stellen van digitaal procederen in civiele prejudiciële procedures, is de wijze van procederen voor alle civiele procedures bij de Hoge Raad gelijkgetrokken. Dit betekent een vereenvoudiging voor alle betrokkenen, waaronder de civiele cassatieadvocaten bij de Hoge Raad en de griffie van de Hoge Raad. Ook in procedures in straf- en belastingzaken was digitaal procederen al (grotendeels) verplicht.

Informatie over lopende civiele zaken digitaal toegankelijk

Sinds 1 november 2024 staat op de website van de Hoge Raad een lijst van zaken die aanhangig zijn bij de civiele kamer van de Hoge Raad. Daarmee zijn de zaken digitaal vindbaar en kan de voortgang van de zaken worden gevolgd. Een zaak wordt op de lijst weergegeven vanaf het moment dat de zaak bij de Hoge Raad aanhangig is. In de meeste gevallen is dit op of kort na de datum van indiening van de procesinleiding. De lijst bevat ook de prejudiciële zaken en de vorderingen tot cassatie in het belang der wet. In de loop van de procedure worden verschillende processtatussen zichtbaar, zoals de status van ‘partijdebat’, ‘mondeling pleidooi’, ‘in behandeling bij het parket’, ‘in behandeling bij de raad’ en ‘uitgesproken’. Ook worden in de lijst de linkjes opgenomen naar de uitspraak in de vorige instantie, de conclusie van de procureur-generaal en de uitspraak van de Hoge Raad. De zaak blijft tot zes maanden na de uitspraak op de lijst staan.

De verbeterde informatievoorziening over civiele procedures vloeit voort uit een uitspraak van de Hoge Raad van 21 april 2023 (ECLI:NL:HR:2023:658). Die uitspraak gaat over de betekenis van het beginsel van openbaarheid van rechtspraak en daarmee verband houdende wettelijke bepalingen.

De Hoge Raad in de media

Veel zaken die de Hoge Raad behandelt, hebben de aandacht van de media en/of het grotere publiek. Dat was ook in 2024 het geval. De Hoge Raad heeft telefonisch en via de e-mail veel zaaksinhoudelijke en procedurele vragen van de media beantwoord. Ook is een groot aantal nieuwsberichten in zaken gepubliceerd.

De volgende kwesties kregen in 2024 bijzonder veel aandacht van de media.

Box 3

De Hoge Raad deed op 6 juni 2024 uitspraak in vijf zaken over de heffing van inkomstenbelasting in box 3 na invoering van de Wet rechtsherstel box 3 (de Herstelwet). De eerdere box 3-uitspraken van de Hoge Raad genoten al veel belangstelling van pers, publiek en politiek en ook de zaak over de Herstelwet werd nauwlettend gevolgd. De uitspraak werd mondeling gedaan. Tijdens de uitspraak is een livestream ingezet die door duizenden mensen werd gevolgd. Bij de uitspraak was pers aanwezig, die na afloop nog een toelichting vroeg aan de persraadsheer. Bij de uitspraak is ook een persbericht gepubliceerd.

Huwelijk tussen personen van gelijk geslacht in Aruba en Curaçao

Veel belangstelling was er vanuit de Caribische pers over de zaak die ging over het huwelijk tussen personen van gelijk geslacht. Op 12 juli 2024 deed de Hoge Raad uitspraak; in verband met het tijdsverschil niet op het standaardtijdstip van 10.00 uur maar om 15.00 uur. Ook bij deze uitspraak werd een livestream ingezet. Het persbericht bij de uitspraak is vertaald in het Papiamento en Papiamentu.

Uitvoer F-35-onderdelen naar Israël

In de zaak over de uit- en doorvoer van onderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen naar Israël kwamen veel vragen van de media binnen over het al dan niet instellen van cassatie door de Staat. Nadat cassatie was ingesteld, werd het verzoek vanuit één van de partijen gehonoreerd voor het houden van een mondeling pleidooi. Vanwege de grote (internationale) belangstelling werd bij het pleidooi een livestream ingezet, die in de Nederlandse en de Engelse taal kon worden gevolgd.

De conclusie van de advocaat-generaal die eind november 2024 werd genomen is in het Engels vertaald, evenals het bijbehorende persbericht (Engelse vertaling persbericht). De uitspraak van de Hoge Raad wordt in het voorjaar van 2025 verwacht.

‘Bestelknopzaken’

Prejudiciële procedures hadden ook de belangstelling van pers en publiek. Dat geldt in het bijzonder voor de prejudiciële zaken over de tekst op de ‘bestelknop’ bij online bestellen. Naar aanleiding van prejudiciële vragen oordeelde de Hoge Raad, met toepassing van het recht van de Europese Unie, dat uit een bestelknop met de tekst ‘bestellen’, ‘bestelling plaatsen’ of ‘bestelling afronden’ van een webwinkel onvoldoende duidelijk blijkt dat de consument een betalingsverplichting aangaat. Het gevolg is dat de koopovereenkomst geheel of gedeeltelijk vernietigd kan worden. De zaken hebben een groot praktisch belang, zowel voor het online winkelen als voor de gerechtelijke incassopraktijk, en kregen dan ook veel media-aandacht. Bij de uitspraken werd een persbericht gepubliceerd.

Huurprijswijzigingsbeding

Een andere prejudiciële procedure die aandachtig door de media werd gevolgd is de procedure over een huurprijswijzigingsbeding in een huurovereenkomst voor woonruimte in de vrije sector. De Hoge Raad oordeelde dat een huurprijswijzigingsbeding dat voorziet in een jaarlijks toe te passen opslag op de huurprijs van maximaal 3% bovenop de consumentenprijsindex, in het algemeen niet een oneerlijk beding is. Met dit oordeel volgde de Hoge Raad het advies van de plaatsvervangend procureur-generaal in deze zaak. Al in de loop van de procedure toonden media hun belangstelling. Zowel aan de conclusie van de plaatsvervangend procureur-generaal als aan de uitspraak van de Hoge Raad was daarom een persbericht gekoppeld.

Toezichtrapporten van PG bij de Hoge Raad over de taakuitoefening door het OM

Er was ook media-aandacht voor de onderzoeken die de procureur-generaal bij de Hoge Raad deed in het kader van zijn toezichthoudende taak op het Openbaar Ministerie (OM). In januari 2024 verschenen toezichtrapporten over de praktijk van de voorwaardelijke invrijheidstelling en over de wijze waarop het OM zijn taak op het gebied van getuigenbescherming uitvoert. Na de aanbieding van de toezichtrapporten aan de minister van Justitie en Veiligheid, werden de toezichtrapporten en daaraan gekoppelde persberichten gepubliceerd (persbericht ‘Bijzondere voorwaarden bij v.i.’ en persbericht ‘Zorgplicht en getuigenbescherming’). In november 2024 verschenen de resultaten van het onderzoek van de procureur-generaal naar het handelen van het OM in de jaren voorafgaand aan het steekincident op de Turfmarkt in Den Haag. Dit onderzoek was het eerste incidentenonderzoek dat de procureur-generaal instelde; eerdere toezichtonderzoeken waren vooral thematisch van aard. Het onderzoek vond plaats in aanvulling op een onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid. De aanbieding en publicatie van het toezichtrapport werden aangekondigd in een persbericht. Bij de publicatie van het toezichtrapport verscheen ook een persbericht. Ook verscheen een interview met de procureur-generaal in een landelijk dagblad over deze zaak en over zijn toezichthoudende taak in het algemeen.

Sociale media en nieuwsservice

De Hoge Raad maakt gebruik van LinkedIn en Instagram. Deze platforms gebruikt de Hoge Raad voor verschillende doelen en doelgroepen: LinkedIn voor nieuws over zaken en personele aangelegenheden, Instagram voor publieksinformatie over evenementen en studentenbezoeken. Op beide platforms groeide in 2024 het aantal volgers.

Het bereik van de Hoge Raad is verder uitgebreid met de introductie van een nieuwsservice. Media en andere geïnteresseerden kunnen zich gratis abonneren op een digitale nieuwsbrief van de Hoge Raad, waarbij zij kunnen aangeven uit welke categorieën zij nieuws wensen te ontvangen. Zij ontvangen automatisch een e-mailbericht zodra er een nieuwsbericht in de betreffende categorie verschijnt op de website van de Hoge Raad. Op deze manier kan gericht nieuws bekend worden gemaakt bij vakmedia, regionale media en landelijke media.

In 2024 publiceerde de Hoge Raad bijna 135 nieuwsberichten in zaken. Daarnaast is de Hoge Raad in 2024 gestart met juridische attenderingsberichten op LinkedIn. Deze berichten zijn gekoppeld aan zaken waarin een juridisch belangrijk punt aan de orde is. Waar de nieuwsberichten meer gericht zijn op de media en het algemene publiek, zijn deze juridische attenderingsberichten vooral bedoeld voor de meer juridische doelgroep, waaronder ook rechtenstudenten.