Verzoeken om toepassing bevoegdheden artikel 121 Wet RO

Eind 2023 zijn twee verzoeken bij de procureur-generaal ingekomen waarin wordt verzocht om toepassing te geven aan zijn bevoegdheden op grond van artikel 121 Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO). Op grond van die bepaling waakt de procureur-generaal in het bijzonder voor de handhaving en uitvoering van wettelijke voorschriften bij de Hoge Raad, de gerechtshoven en de rechtbanken. De procureur-generaal heeft deze twee brieven in het verslagjaar beantwoord, evenals een soortgelijk verzoek dat begin 2024 is binnengekomen.

Geantwoord is onder meer dat artikel 121 Wet RO de procureur-generaal in verband met deze taak geen bijzondere bevoegdheden toekent, ook niet om in te grijpen in individuele rechtszaken. Voor zover zich concrete gevallen voordoen die aanleiding geven tot betrokkenheid van de procureur-generaal in het kader van deze taak, zal die betrokkenheid bijvoorbeeld kunnen bestaan uit het voeren van overleg om zo bij te dragen aan verbeteringen bij de gerechten. In de voorgelegde gevallen zag de procureur-generaal geen aanknopingspunten voor een dergelijke betrokkenheid.

Overige brieven

De procureur-generaal ontvangt veel brieven in het kader van zijn bijzondere taken, zoals de externe klachtregeling en het instellen van cassatie in het belang der wet. Daarnaast bereiken de procureur-generaal ieder jaar andere brieven. De schrijvers van die brieven leggen verschillende vragen en problemen aan de procureur-generaal voor in de hoop dat hij daar een antwoord op of oplossing voor heeft.

De brieven betreffen onder andere aangiften van strafbare feiten tegen personen of instanties en/of verzoeken om vervolging. Er zijn ook brieven die verzoeken bevatten om in te grijpen in een zaak, de behandeling daarvan over te nemen of een uitspraak te vernietigen. Daarnaast zijn er verzoeken om juridisch advies. Een enkele keer wil een schrijver van een brief in gesprek met de procureur-generaal over de invulling van specifieke juridische termen die in een vonnis of arrest zijn gebruikt. Het merendeel van deze brieven betreft kwesties waarin de procureur-generaal geen taken of bevoegdheden heeft op basis waarvan hij iets zou kunnen betekenen voor de schrijver van de brief.

In 2024 zijn 35 van deze brieven bij de procureur-generaal ingekomen. Dit is minder dan het jaar daarvoor (44). Deze brieven zijn op twee na alle in 2024 beantwoord. Daarnaast zijn begin 2024 nog twee brieven uit 2023 beantwoord.