Meijers en Cleveringa
Eduard Maurits Meijers genoot bekendheid als hoogleraar burgerlijk recht en internationaal privaatrecht, maar hij was ook filosoof en rechtshistoricus.
Vanwege zijn Joodse afkomst werd hij al snel na de Duitse bezetting ontslagen. Zijn oud-promovendus Rudolph Cleveringa ging hier tegenin in een beroemde protestrede.
Meijers overleefde het concentratiekamp en in 1947 krijg hij de opdracht om een nieuw Burgerlijk Wetboek te schrijven.
Cleveringa gaf met zijn protestrede het startschot voor het verzet van de Leidse studenten tegen de Duitse bezetting. Na de oorlog keerde hij terug naar de Universiteit Leiden. Deze universiteit eerde hem postuum met een leerstoel, een jaarlijkse Cleveringa-rede en Cleveringa-lezing die zijn gedachtegoed wereldwijd in stand moet houden.
Samen met L.E. Visser vertegenwoordigen zij in het schilderij het onrecht dat onder meer hen in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Visser en Meijer staan symbool voor het onmenselijke onrecht dat de Joden is overkomen.