Mr. dr. L.E. Visser
Een rij raadsheren aan een lange gebogen tafel snijdt het schilderij in twee delen.
Van de raadsheren zijn weinig figuren herkenbaar, maar in het midden zit mr. dr. L.E. Visser.
Mr. Visser was de eerste Joodse president van de Hoge Raad. Wegens zijn joodse afkomst werd hij in de oorlog ontslagen door de Duitse bezetter zonder dat de Hoge Raad daartegen protesteerde.
Visser heeft later gezegd dat de houding van de Hoge Raad , en met name het feit dat raadsheren de ariërverklaring tekenden, hem zwaarder heeft getroffen dan het ontslag zelf.
Geert Corstens (president Hoge Raad van 2008 – 2014) heeft later gezegd dat het tekenen van de ariërverklaring indruist tegen alles waar de Hoge Raad voor hoort te staan. “Als we omzien, raken we bedroefd en bevangen door spijt over hoe het destijds verkeerd is gegaan,” zei Corstens in 2011.
Om het onrecht van toen te onderstrepen heeft de Hoge Raad de grote zittingszaal naar mr. Visser genoemd. Het is de enige ruimte in het gebouw met de naam van een persoon.