Waarborgen van rechtseenheid
De Hoge Raad levert als hoogste rechter een belangrijke bijdrage aan een uniforme toepassing van het recht in Nederland. Door zijn rechtspraak kan hij ervoor zorgen dat verschillende lagere rechters in het land juridische regels op dezelfde manier uitleggen en toepassen.
Dit bevorderen van de rechtseenheid is belangrijk: het zou onwenselijk zijn wanneer de rechter in Amsterdam een bepaald juridisch begrip steevast anders uitlegt dan de rechter in Rotterdam. De wet moet voor iedereen die in vergelijkbare omstandigheden verkeert, hetzelfde zijn. Rechterlijke beslissingen worden ook voorspelbaarder wanneer rechters in het hele land dezelfde lijn volgen. Daarmee wordt een bijdrage aan wat men noemt de rechtszekerheid.
Om rechtseenheid te bereiken zal de Hoge Raad zelf ook consistent moeten zijn. Als zijn opvattingen regelmatig wijzigen, kunnen deze moeilijk een richtsnoer zijn voor de lagere rechters. Daarom wijzigt de Hoge Raad zelden de uitleg van een bepaald wetsartikel. De Hoge Raad gaat dus niet vaak om, zoals dat ook wel genoemd wordt.
Om rechtseenheid te bereiken is het noodzakelijk dat de lagere rechters de beslissingen van de hoogste rechter als richtinggevend aanvaarden, en dus (als regel) niet de vrijheid nemen om van de opvattingen van de Hoge Raad af te wijken. Lagere rechters zijn in Nederland weliswaar niet uitdrukkelijk op grond van de wet verplicht om de uitleg van de Hoge Raad te volgen, maar in de praktijk doen zij dat (bijna) altijd wel.